Kapitel 3: het bijvoeglijke naamwoord en de naamvallen
Kapitel 3: het bijvoeglijk naamwoord
Heute bei Deutsch: Das Adjektiv - het bijvoeglijke naamwoord
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Kapitel 3: het bijvoeglijk naamwoord
Heute bei Deutsch: Das Adjektiv - het bijvoeglijke naamwoord
Slide 1 - Diapositive
Heute in lesen up:
- Kapitel 3
Grammatik 'Het bijvoegelijk naamwoord'
Du lernst:
- het bijvoeglijk naamwoord in het Duits te verbuigen.
- hoe je het schema het beste kan onthouden.
Slide 2 - Diapositive
Was ist ein Adjektiv? Nenne Beispiele auf Deutsch.
Slide 3 - Carte mentale
Grammatik: Adjektive (bvg nw)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandige naamwoord. Het geeft een eigenschap of toestand aan.
ein schönes Buch, die kluge Frau, dem verwirrten Mann,
Het past zich in het Duits aan het geslacht, de naamval, maar ook het lidwoord aan (der, ein of null-Gruppe).
Slide 4 - Diapositive
Hoe bepaal je de naamval?
Hou deze volgorde aan!
V - Staat er een voorzetsel in de zin? (vast of keuzevoorzetsel) W- Staat er een werkwoord met vaste naamval in de zin? O - Ontleden! (onderwerp=1e, lijd. voowerp = 4e, meew. = 3e)
Slide 5 - Diapositive
Adjektive
Er zijn drie groepen: der-, ein- en null-Gruppe
Null-Gruppe: Als er geen lidwoord staat (der, ein of der- en ein-groep) neemt het bijvoeglijk naamwoord de functie van het lidwoord over en wordt vervoegd als der, die, das, die und ein, eine.
Slide 6 - Diapositive
Plaats de woorden bij de juiste groep.
8 woorden
der-groep
ein-groep
dieser
euer
welche
manche
unseren
keine
solche
deinem
Slide 7 - Question de remorquage
Slide 8 - Vidéo
Adjektiv: Der-Gruppe
binnen de sleutel = -en, buiten de sleutel = e
Slide 9 - Diapositive
Adjektiv: Ein-Gruppe
buiten de sleutel 'verhuist' de uitgang naar het bijvoeglijke naamwoord!
Voorbeeld:
der große Mann --> ein großer Mann (de er is verhuist naar het bijvoeglijk naamwoord)
das kleine Mädchen --> ein kleines Mädchen
die tolle Frau --> eine tolle Frau (blijft hetzelfde)
Slide 10 - Diapositive
Null-Gruppe
- geen lidwoord (of ander woord), dan gebruik je bij de meeste vormen de uitgangen van de Der-Gruppe! --> uitzondering: Genitiv mannelijk en onzijdig!
Slide 11 - Diapositive
Achtung:
Twee of meer bijvoegelike naamwoorden krijgen dezelfde uitgang:
Dieser große, nette Mann spielt in unserer Mannschaft.
Slide 12 - Diapositive
Wat is de meest voorkomende uitgang van het Adjektiv in het Duits?
A
-e
B
-er
C
-en
D
-es
Slide 13 - Quiz
Check in het handboek grammatica: Bij welke woorden komt de uitgang -en ALLEEN MAAR voor?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 14 - Quiz
Check in het handboek grammatica: Bij welke naamvallen komt bij de der- & -ein-Gruppe ALTIJD een -en?
A
Nom & Dat
B
Gen & Dat
C
Dat & Akk
D
Gen & Akk
Slide 15 - Quiz
Eine jung ... Frau hat uns geholfen.
A
junger
B
junge
C
jung
D
junges
Slide 16 - Quiz
Ich habe diese braun... Schuhe (mv) neu gekauft.
A
braunen
B
brauner
C
braunem
D
braunes
Slide 17 - Quiz
Er trägt meinen blau..... Pulli (m)
A
blauen
B
blauer
C
blaues
D
blauem
Slide 18 - Quiz
Mein Bruder hat ein gelb..... T-Shirt (o) gekauft.
A
gelbes
B
gelb
C
gelber
D
gelben
Slide 19 - Quiz
Ich trinke nie ........... Kaffe (m).
A
schwarzen
B
schwarzes
C
schwarze
D
schwarzem
Slide 20 - Quiz
Er bezahlt mit ....... Geld.
A
falschem
B
falsches
C
falsche
D
falschen
Slide 21 - Quiz
....... Bier (o) schmeckt am besten!
A
kalten
B
kaltes
C
kaltem
D
kalte
Slide 22 - Quiz
Ich habe genug von ..... Grammatik (v)
A
Deutsche
B
Deutscher
C
Deutschen
D
Deutsches
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
Jetzt üben wir!
Buch S. 119 - 121, Aufgaben: 35, 36, 37, 38 (ONLINE Kapitel 3.4)