oefenen tekstverbanden sluis

Oefenen tekstverbanden sluis
Vandaag: herhalen van de tekstverbanden
Oefenen met tekstvragen
Oefenen met tekstverbanden
Nakijken
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefenen tekstverbanden sluis
Vandaag: herhalen van de tekstverbanden
Oefenen met tekstvragen
Oefenen met tekstverbanden
Nakijken

Slide 1 - Diapositive

Wat was het ook alweer?
Een verband kan zijn:

Volgorde: eerst, daarna, tenslotte.
Opsomming: en, ook.
reden of argument: want, omdat.
tegenstelling: maar, echter, toch.
oorzaak-gevolg: doordat, waardoor, daardoor.
toelichting of voorbeeld: bijvoorbeeld, zo, zoals.
doel-middel: daarvoor, zodat.
samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden.
conclusie: dus, kortom.

Slide 2 - Diapositive

Het woord 'en' geeft een.....
aan.
A
oorzaak-gevolg
B
reden
C
argument
D
opsomming

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Lien

Waar zorgt een sluis voor?

Slide 5 - Question ouverte

Wie opende de sluis?
A
Koning van Nederland
B
Koning van België
C
Koning van Nederland en België
D
De koning van Spanje

Slide 6 - Quiz

Antwoorden
1. Wat weet je al over de nieuwe sluis na het lezen van de inleiding? Noem vier dingen.
De bouw van de sluis verliep niet zonder problemen.
Het is een project van Nederland en België samen.
De Nieuwe Sluis is de verbinding tussen de Westerschelde en het Kanaal van Gent naar Terneuzen.
De Nieuwe Sluis is klaar voor gebruik.
2. Welke schepen maken er gebruik van de nieuwe sluis en waarom?
De nieuwe sluis wordt gebruikt door zeeschepen en binnenvaartschepen die naar Gent of verder varen. Ze laden en lossen in de haven of bij bedrijven langs het kanaal van Gent naar Terneuzen.

Slide 7 - Diapositive

Antwoorden deel 2
3. Hoe werkt een sluis? Zet de stappen in de goede volgorde.
Stap 1: Het schip vaart sluis in.
Stap 2: De sluisdeuren gaan dicht.
Stap 3: Er stroomt water in of uit de sluis/het water in de sluis stijgt of daalt (tot het even hoog is als buiten de sluis).
Stap 4: De sluisdeuren gaan weer open.
Stap 5: Het schip vaart de sluis uit.

Slide 8 - Diapositive

4. Waarom was er een nieuwe sluis nodig? Noem vier redenen.
1) De oude sluis was te klein voor de grotere zeeschepen. Door de nieuwe sluis kunnen grotere zeeschepen varen.
2) De wachttijden voor de oude sluis waren te lang en worden korter bij de nieuwe sluis.
3) De (bouw van de) nieuwe sluis zorgt voor de komst van nieuwe bedrijven. Daardoor komt/komen er meer werk/nieuwe banen in Zeeuws-Vlaanderen en België.
4) De oude sluis was niet toekomstbestendig. De nieuwe sluis kan minstens 100 jaar mee.

Slide 9 - Diapositive

5. Waaruit blijkt dat de bouw van de Nieuwe Sluis een megaproject was?
Dat de bouw van de Nieuwe Sluis een megaproject was, blijkt uit de grote hoeveelheden/aantallen en andere cijfers die genoemd worden. De afmetingen van de sluis zijn enorm.
6. Welke problemen tijdens de bouw zorgden voor vertraging en hogere kosten?
Er zijn twee antwoorden goed.
Er konden minder mensen tegelijk op het bouwterrein werken door de afstandsregels die vanwege corona waren ingesteld.
Bepaalde onderdelen uit China werden later geleverd.


Slide 10 - Diapositive

7. Waardoor hadden tweehonderd mensen schade aan gebouwen en ramen?
Deze mensen hadden schade opgelopen doordat er bij het opblazen van de oude Middensluis teveel springstof was gebruikt.
8. Waarom kan de sluis niet meteen volledig in gebruik worden genomen?
Volgens een woordvoerder moeten de puntjes nog op de i worden gezet. De medewerkers moeten eerst nog oefenen met het naar binnen laten varen van een steeds groter schip. Als iedereen ermee kan werken, dan pas kan de sluis volledig in gebruik worden genomen.


Slide 11 - Diapositive

Signaalwoorden
Signaalwoorden:
Maar --> tegenstelling

Ook --> Opsomming

Ten eerste, ten tweede --> Volgorde

Oorzaak: Er was corona en dus de afstandsregel
Gevolg: minder mensen konden op het bouwterrein komen

Slide 12 - Diapositive