les 4

  • Terugblik vorige les
  • Phrases in het boek
  • Écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • Ik kan de regelmatige/ onregelmatige werkwoorden die we hebben geleerd vervoegen
  • Ik kan (gedeeltes van) de phrases in het boek gebruiken bij het beschrijven van mijn eetvoorkeuren
  • Ik kan een eenvoudig formulier invullen in het Frans

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  • Terugblik vorige les
  • Phrases in het boek
  • Écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • Ik kan de regelmatige/ onregelmatige werkwoorden die we hebben geleerd vervoegen
  • Ik kan (gedeeltes van) de phrases in het boek gebruiken bij het beschrijven van mijn eetvoorkeuren
  • Ik kan een eenvoudig formulier invullen in het Frans

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige les
Ik kan een paar eenvoudige zinnen over mezelf schrijven, vertellen over mijn eetgewoontes en wat ik wel en niet lekker vind

Slide 2 - Diapositive

Opdracht: onderstreep de werkwooorden

Slide 3 - Diapositive

Succescriteria - 
wat heb ik hiervoor nodig?

Ik beheers de juiste werkwoorden in het Frans hiervoor 

Slide 4 - Diapositive

Welke Franse werkwoorden kun je gebruiken om iets te vertellen over jezelf en over je eetgewoontes?

Slide 5 - Carte mentale

Wat is het verschil tussen regelmatige en onregelmatige werkwoorden?

Slide 6 - Question ouverte

Regelmatige werkwoorden

Je past een regel toe

Alle werkwoorden -er worden op dezelfde manier vervoegd


Onregelmatige werkwoorden

Je kunt geen regel toepassen

Je moet alle vormen uit je hoofd leren.

Slide 7 - Diapositive

Hoe vervoeg je regelmatige werkwoorden op -er? Wat is de regel?

Slide 8 - Question ouverte

o Ik beheers de juiste werkwoorden in het Frans hiervoor
o Ik kan deze werkwoorden op de juiste manier vervoegen

Slide 9 - Diapositive

We gaan oefenen

Slide 10 - Diapositive

Welke zin is goed geschreven?
A
J' m'apelle Anne
B
Je m'appeller Anne
C
Je m'appelle Anne
D
Je m'appelles Anne

Slide 11 - Quiz

Hoe zeg je: ik ben 12 jaar oud in het Frans? (avoir of être?)
A
Je suis 12 ans
B
J'ai 12 ans
C
Je suis 12 âge
D
J'ai 12 âge

Slide 12 - Quiz

Vertaal: ik woon in Delft.

Slide 13 - Question ouverte

Welke zin is goed?
A
J'aimer les carottes
B
J'aime le carottes
C
J'aime les carottes
D
J'aime carottes

Slide 14 - Quiz

Vertaal:
Ik eet een croissant (m)

Slide 15 - Question ouverte

Phrases
Neem voor je: blz 74-75 - apprendre 9


Ik maak gebruik van (gedeeltes van) de ‘phrases’ bij de apprendres uit elke unité


Slide 16 - Diapositive

Hoe vertaal je: het is erg lekker.

Slide 17 - Question ouverte

Hoe zeg je: bij het ontbijt

Slide 18 - Question ouverte

Hoe zeg je: ik drink een glas appelsap.
(appelsap: apprendre 4, 3e woord)

Slide 19 - Question ouverte

Kijk nu naar zin 6 op blz 15 
Kun je nu de zin invullen?

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Diapositive

Zin 6
Au petit-déjeuner, je bois un verre de lait. C’est très bon.

Slide 21 - Diapositive

Hoe zeg je: als drinken, houd ik van cola.

Slide 22 - Question ouverte

Succescriteria
o Ik maak gebruik van (gedeeltes van) de ‘phrases’ bij de apprendres uit elke unité
o Mijn woordenschat (evt. met behulp van woordenlijst boek) is groot genoeg

Slide 23 - Diapositive

Les devoirs
Leren zinnetjes unité 1 en 2 (zie kopie)

Maken persoonlijk verhaal waarin je laat zien het volgende leerdoel te hebben behaald:


Ik kan een paar eenvoudige zinnen over mezelf schrijven, vertellen over mijn eetgewoontes en wat ik wel en niet lekker vind

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Wat leer je tijdens een uitwisselingsprogramma?

Slide 26 - Diapositive

Ik zou ooit graag deelnemen aan een uitwisselingsprogramma in het buitenland
ja
nee

Slide 27 - Sondage

Als je een taal mag kiezen, welke taal zou je beter willen leren spreken tijdens een uitwisselingsprogramma?
Duits
Engels
Frans
Spaans
Andere taal
Geen taal

Slide 28 - Sondage

blz 18 schrijfdossier

Leerdoel 1:
Ik kan gegevens invullen op een eenvoudig Frans formulier

Succescriteria:
Eerst individueel - dan vergelijken - dan opschrijven in je map

Slide 29 - Diapositive

Succescriteria – waar moet je op letten als je het formulier invult?

Slide 30 - Carte mentale

Succescriteria
  • Ik vul dit formulier helemaal in het Frans in
  • Het formulier is leesbaar voor een ander
  • Ik pas de instructies voor het invullen goed toe
  • Ik kan de woorden die ik niet snap afleiden uit de context of opzoeken in mijn leerboek

Slide 31 - Diapositive

Vul het formulier in
Na het schrijven: kijk naar je succescriteria en kijk je tekst na 

Slide 32 - Diapositive

Nom : Rogers

Prénom : Ingrid
Ville/village : Paris
Adresse : 7, rue de l'étoile
Classe : cinquième A
Nationalité : Néerlandaise
Nom du professeur principal : Monsieur Dubois
Tu as des allergies ? oui
Si oui, à quels aliments ? lait
Quel(s) jour(s) manges-tu à la cantine cette semaine ? Mardi et jeudi.
_____________________________________________________









Let op:
- huisnummer, straatnaam
- ze willen je adres in Parijs = Paris
- la nationalité: daarom e erachter- 

Slide 33 - Diapositive

Leerdoel: ik kan een paar eenvoudige zinnen over mezelf schrijven
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Sondage

Leerdoel: ik kan vertellen over mijn eetgewoontes en wat ik wel en niet lekker vind.
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage

Een schrijfplan helpt me om mijn schrijfopdracht beter te maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage

Door het bepalen van succescriteria weet ik waarop ik moeten letten tijdens schrijfopdracht.
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Leerdoel: ik kan gegevens invullen op een eenvoudig formulier.
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Sondage

Slide 39 - Diapositive

Evaluatie leerdoel - succescriteria
- Vink de succescriteria aan die je behaald hebt voor het leerdoel
- Beantwoord de resterende vragen

Slide 40 - Diapositive

Klaar?
Maak de opdracht op blz 12 van het schrijfdossier
Gebruik de 'phrases' van apprendre 7
Pas ze aan! Zo leer je ermee 'spelen' 

Slide 41 - Diapositive

Door het bepalen van succescriteria weet ik waarop ik moeten letten tijdens schrijfopdracht
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

2 groepen
Tijdens schrijven
- gebruik de phrases 'apprendre 9' blz 74/75
zin 6-10
- onderwerp en werkwoord zijn onderstreept - pas ze aan in de 'ik' vorm
- vergelijk de zinnen, kijk naar verschillen en help elkaar

Na het schrijven:
- kijk eerst na met checklist
- daarna bekijk je de antwoorden op classroom

Slide 43 - Diapositive

Een schrijfplan helpt me om mijn schrijfopdracht beter te maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage