HS 2.1 Soorten krachten

Harald Haalboom
Studie: docent biologie en natuurkunde, technische natuurkunde (UT), klinisch fysicus audioloog

Gezin: getrouwd en 3 jongens van 10, 7 en 2 jaar.
info: net  verhuisd.

moeilijk: namen onthouden. 


1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Harald Haalboom
Studie: docent biologie en natuurkunde, technische natuurkunde (UT), klinisch fysicus audioloog

Gezin: getrouwd en 3 jongens van 10, 7 en 2 jaar.
info: net  verhuisd.

moeilijk: namen onthouden. 


Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Carte

H2.1 soorten krachten

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn als een kracht op een voorwerp werkt.
  • Je kunt verschillende soorten krachten beschrijven.
  • Je kunt de grootte van een kracht meten.
  • Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen.
  • Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.
  • Je kunt uitleggen wat het zwaartepunt van een voorwerp is. (p)

Slide 4 - Diapositive

Waar denk je aan bij
KRACHTEN.

Slide 5 - Carte mentale

Filmpje intro krachten

Slide 6 - Diapositive

Kracht en beweging
1
2
3

Slide 7 - Diapositive

VERSCHILLENDE KRACHTEN 

Fs   Spierkracht

Fz   Zwaartekracht

Fw  Wrijvingskracht

Fw  Weerstandskracht

Fm  Magnetische kracht

Fn   Normaalkracht


Fv   Veerkracht

Fs   Spankracht

Fe   Elektrische kracht

Slide 8 - Diapositive

Zwaartekracht

Fz = m x g

Waarbij:

Fz = zwaartekracht in Newton (N)

m = massa in kilogrammen (kg)

g = (gravitatieconstante)9,81 N/kg

Slide 9 - Diapositive

Veerkracht Fv
Als je een veerkrachtig materiaal indrukt of uittrekt, voel je dat het materiaal terug duwt of trekt. 
Dit is de veerkracht

Slide 10 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een veerkracht zonder dat er echt een veer wordt gebruikt.

Slide 11 - Question ouverte

Spierkracht
Ontstaat door het 
spannen van spieren

Slide 12 - Diapositive

Elektrische krachten
Statische elektriciteit ontstaat door wrijving.
Voorwerpen worden dan positief of negatief geladen.
Hierdoor ontstaan aantrekkende of afstotende krachten.

Slide 13 - Diapositive

Magnetische kracht

Rond een magneet bevindt zich het magnetische veld.
Dit zorgt voor magnetische krachten.

Magnetische krachten kunnen afstoten of aantrekken.

Slide 14 - Diapositive

Normaalkracht
De normaal kracht is de kracht die de 
tafelblad loodrecht omhoog uitoefent
op de fruitschaal.

Er is evenwicht dus de fruitschaal 
komt niet in beweging.

Fn

Slide 15 - Diapositive

Spankracht en spierkracht

Slide 16 - Diapositive

Noem een voorbeeld van een wrijvingskracht.

Slide 17 - Question ouverte

KRACHTEN

Kracht is een grootheid met als symbool de F (van Force)

De eenheid van kracht is Newton (N)


Slide 18 - Diapositive

Noem de 3 eigenschappen van iedere kracht?

Slide 19 - Question ouverte

Kracht
Krachtenpijl of vector

Slide 20 - Diapositive

Welke kracht is groter?
1 cm = 20 N

1 cm = 5 N

Slide 21 - Diapositive

krachtenschaal
In een krachtentekening wordt een krachtenschaal gebruikt. Deze geeft aan hoe groot de kracht is van een vector van 1 cm.

Bijvoorbeeld: 1 cm = 500 N
iedere cm stelt een kracht voor van 500 N

Slide 22 - Diapositive

Als de krachtenschaal 10 x zo groot wordt, dan wordt de pijl van de kracht
A
10 x zo klein
B
even lang
C
10 x zo groot
D
10 x zo dik

Slide 23 - Quiz

Soorten vervorming
Een voorwerp kan blijvend vervormd raken. 
Dit is plastisch, zoals een botsende auto.

Ook kan een voorwerp elastisch vervormen, 
 zoals bij een bal of elastiek. Dan keert het 
zonder de kracht terug naar 
de oorspronkelijke toestand.

Slide 24 - Diapositive

Herkennen van een kracht

Waar kan je aan herkennen dat er een kracht werkt?

  • verandering van vorm (elastisch en plastisch)
  • verandering van beweging (langzamer of sneller)
  • verandering van richting

Slide 25 - Diapositive

Zwaartekracht
Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt.

Slide 26 - Diapositive

Zwaartepunt
Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is

Slide 27 - Diapositive

Zwaartepunt
  • Als je het zwaartepunt weet dan kun je voorspellen of een voorwerp kan omvallen.
  • Als het zwaartepunt boven het steunvlak is dan blijft het voorwerp staan
  • Steunvlak: gebied 
        tussen twee 
        steunpunten

Slide 28 - Diapositive

experiment
pak je potlood en leg deze op je wijsvingers, de wijsfingers beweeg je vanuit de uiteinde van het potlood rustig naar het midden.

Slide 29 - Diapositive

Wat is de eenheid van kracht?
A
Watt
B
Newton
C
Centimeter
D
Newton per kilogram

Slide 30 - Quiz

De kracht waarmee de aarde aan voorwerpen trekt heet
A
Wrijvings- kracht
B
Zwaarte- kracht
C
Magnetische- kracht
D
Span- kracht

Slide 31 - Quiz


Welk onderdeel hoort niet bij het tekenen van een kracht?
A
Aangrijpingspunt
B
Lengte van pijl
C
Richting van pijl
D
Dikte van pijl

Slide 32 - Quiz


Met welke soort vervorming
hebben we te maken
in de afbeelding?
A
Plastische vervorming
B
Brosse vervorming
C
Mechanische vervorming
D
Elastische vervorming

Slide 33 - Quiz

Evaluatie Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn als een kracht op een voorwerp werkt.
  • Je kunt verschillende soorten krachten beschrijven.
  • Je kunt de grootte van een kracht meten.
  • Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen.
  • Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.
  • Je kunt uitleggen wat het zwaartepunt van een voorwerp is. (p)

Slide 34 - Diapositive