3H 2.1 Soorten Krachten

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn als een kracht op een voorwerp werkt.
• Je kunt verschillende soorten krachten beschrijven.
• Je kunt de grootte van een kracht meten.
• Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen.
• Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.
• Je kunt uitleggen wat het zwaartepunt van een voorwerp is. (p)

Wat weet je over krachten?

• zwaartekracht

• spierkracht

• windkracht

• veerkracht

• waterkracht

• magnetische kracht

• mechanische kracht

Je kan een kracht niet zien.

Je kan een kracht niet zien.

je ziet, hoort of voelt alleen het gevolg er van 

Er zijn drie gevolgen van krachten 

1. vervorming 
   
2. verandering van groote en snelheid  
3. verandering van richting en snelheid  

1. Je kan Verschillende soorten krachten benoemen en kent de juiste naamgeving erbij.
   
2. Je kan de drie gevolgen van de werking van krachten benomen.
   
3. Je kan het verschil tussen plastische en elastische vervorming uitleggen in eigen worden en kent hier voorbeelden bij.
   

• wat is plastische vervorming ?
  
• wat is elastische vervorming ?

1. Soorten krachten

1.               Spierkracht
2.               Veerkracht
3.               Spankracht
4.               Zwaartekracht
5.               Wrijvings-kracht
6.               Magnetische kracht
7.               Electrische kracht

Spierkracht

• Kracht van mensen en dieren

• Onstaat door het spannen van spieren

Veerkracht

Een veerkrachtig materiaal wil terug in zijn oorspronkelijke vorm.

Veerkracht is een eigenschap

Spankracht

Een strak gespannen touw, ketting of kabel kan een kracht overbrengen.

Zwaartekracht  

Kracht waarmee de aarde

voorwerpen aantrekt.

Wrijvingskracht

Ontstaat als twee voorwerpen langs elkaar wrijven;

hierbij ontstaat warmte.

Magnetische kracht

De kracht van een magneet.

Magnetische krachten kunnen afstoten of aantrekken.

Elektrische krachten

Heb je bij voorwerpen met electrische krachten.

Een electrische lading oefent kracht uit op andere voorwerpen.

Soorten krachten

huiswerk

1,3,4,8

Zwaartepunt

Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt.

Zwaartepunt

Het punt ten opzichte waarvan de massa van dat object in evenwicht is

Zwaartepunt

• Als je het zwaartepunt weet dan kun je voorspellen of een voorwerp kan omvallen.
  
• Als het zwaartepunt boven het steunvlak is dan blijft het voorwerp staan
  
• Steunvlak: gebied 

        tussen twee 

        steunpunten

Wat heb je nodig om een kracht te tekenen?

1. De richting van de kracht
2. Een krachtenschaal
3. De grootte van de kracht
4. Alles wat er al staat

Een steen oefent een kracht uit op de hand van 15 N
Wat is de lengte van de pijl die je moet tekenen?

1. 1 cm
2. 3 cm
3. 5 cm
4. 15 cm

Wat hoeft een krachten tekening NIET te hebben?

1. Lengte
2. Dikte
3. Aangrijpingspunt
4. Richting

De schaal van een getekende pijl is 1 cm = 10N. We willen een kracht van 5N tekenen, hoe groot is de pijl?

1. 0,5cm
2. 2cm
3. 0,1cm
4. 12cm

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.

Welke krachtenschaal is het handigst?

1. 1 cm ≙ 0,1 N
2. 1 cm ≙ 1 N
3. 1 cm ≙ 10 N
4. 1 cm ≙ 100 N

Evaluatie Leerdoelen

• Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn als een kracht op een voorwerp werkt.
• Je kunt verschillende soorten krachten beschrijven.
• Je kunt de grootte van een kracht meten.
• Je kunt de zwaartekracht op een massa berekenen.
• Je kunt een kracht tekenen door gebruik te maken van de krachtenschaal.
• Je kunt uitleggen wat het zwaartepunt van een voorwerp is. (p)

WAT HEB JIJ VANDAAG GELEERD?

Vraag de leerlingen naar wat zij hebben geleerd en bespreek dit na.

Aan de slag: Opdracten 1 t/m 9 blz 69,70,71

Aan de slag.

Maak opdracht 1, 2 en 3