Toets Natuurrampen in Japan!

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

       Aardrijkskunde onderbouw       

Kleine toets Hoofdstuk 7: Paragraaf 1, 2 en 3!

Toetsnorm: Klein, weging 1 keer!

Niveau: 1 mavo

Boek: De Geo, Hoofdstuk 7: paragraaf 1, 2, 3 en 4!

Onderwerp: Natuurgeweld in Japan!

Vragen: 32

Punten:  50 punten

    Aardrijkskunde onderbouw       

Thema´s:

Natuurrampen: vulkanen, aardbevingen, tsunami’s, tropische orkanen.

Vaardigheden:

Verbanden leggen en verklaren:

welke factoren bepalen de

kracht en de schade van een

aardbeving?

Proefwerk

Hoofdstuk 7: Par. 1, 2, 3 en 4

Natuurrampen in Japan!

Veel succes!

Pagraaf 7,1: De Fuji, een vulkaan!

Welk stad wordt er bedoeld met nummer 3?

1. Sendai
2. Kobe
3. Kyoto
4. Sapporo

Welk stad wordt er bedoeld met nummer 5?

1. Tokyo
2. Kyoto
3. Hiroshima
4. Nagasaki

Welk stad wordt er bedoeld met nummer 7?

1. Sapporo
2. Osaka
3. Tokyo
4. Kobe

Welk stad wordt er bedoeld met nummer 9?

1. Nagasaki
2. Hiroshima
3. Osaka
4. Nagoya

Welk eiland wordt er bedoeld met nummer B?

1. Hokkaido
2. Honshu
3. Shikoku
4. Kyushu

Welk eiland wordt er bedoeld met nummer D?

1. Kyushu
2. Shikoku
3. Hokkaido
4. Honshu

Welk water wordt er bedoeld met nummer a?

1. Oost-Chinese Zee
2. Grote Oceaan
3. Japanse Zee
4. Aziatische zee

Welk water wordt er bedoeld met nummer b?

1. Grote Oceaan
2. Aziatische zee
3. Oost-Chinese Zee
4. Japanse zee

Magma

Kraterpijp

Lava

Aswolk

Krater

Waarom wonen er vaak veel mensen rond vulkanen?

1. In de buurt van vulkanen is het altijd warm.
2. In de buurt van vulkanen regent het bijna nooit.
3. In de buurt van vulkanen is de bodem vruchtbaar.
4. In de buurt van vulkanen is het goedkoop wonen.

Na een vulkaanuitbarsting ontstaat vaak een modderstroom. Leg uit hoe dat komt?

Wat voor soort vulkaan is de Fuji?

Tussen Amerika en Europa zie je de Midden-Atlantische Rug liggen. Hoe is dit gebergte ontstaan?

1. Door het botsen van platen.
2. Door het uit elkaar bewegen van platen.
3. Door het langs elkaar schuiven van platen.
4. Door het uitbarsten van vulkanen.

Welke zinnen zijn waar? Kies de juiste antwoorden.



A Oceaanplaten zijn dikker dan landplaten.
B Oceaanplaten zijn dunner dan landplaten.
C Landplaten zijn zwaarder dan oceaanplaten.
D Landplaten zijn lichter dan oceaanplaten.

1. A en B
2. C en D
3. A en C
4. B en D.

Pagraaf 7,2: De aardbeving bij Sendai!

Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.

Waar ligt het epicentrum in de figuur?

1. Bij A
2. Bij B
3. Bij de linkerpijl
4. Bij de rechterpijl

Waar komen meestal zware aardbevingen voor? Kies de juiste antwoord

A: Bij breuken waar platen uit elkaar schuiven.
B: Bij breuken waar platen langs elkaar schuiven.
C: Bij breuken waar platen botsen.

1. Bij A en C
2. Bij B en C
3. Bij A en B
4. Bij A, B en C

Bekijk de figuur. Waar komen in Nederland aardbevingen voor?

1. Bij de donkergrijze rondjes
2. Bij de middelgrijze rondjes
3. Bij de lichtgrijze rondjes
4. Bij geen van de rondjes

Welke schaal wordt er gebruikt voor de kracht van aardbevingen?

Beschrijf hoe een tsunami ontstaat?

Eigenlijk gebeurden er in 2011 drie rampen achter elkaar in Japan. Wat is de juiste volgorde?

1. 1 tsunami, 2 aardbeving, 3 ontploffing kerncentrale
2. 1 ontploffing kerncentrale, 2 tsunami, 3 aardbeving
3. 1 aardbeving, 2 ontploffing kerncentrale, 3 tsunami
4. 1 aardbeving, 2 tsunami, 3 ontploffing kerncentrale

Aardbevingen in Nederland ontstaan door twee oorzaken. Welke twee oorzaken zijn dat?

Pagraaf 7,3: De Talas raast over Japan!

Waar ontstaan orkanen? Kies het juiste antwoord.

1. Boven een koude zee.
2. Boven een warme zee.
3. Boven een koud land.
4. Boven een warm land.

Waarom ontstaan orkanen op vaste plekken op de aarde? Kies het juiste antwoord.

1. Daar is het koud genoeg om de lucht snel te laten stijgen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
2. Daar is het warm genoeg om de lucht snel te laten stijgen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
3. Daar is het koud genoeg om de lucht snel te laten dalen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.
4. Daar is het warm genoeg om de lucht snel te laten dalen. Ook is daar veel waterdamp die kan condenseren.

Waarom voel je je oren als je opstijgt in een vliegtuig?

Waardoor kunnen er aardverschuivingen ontstaan na een typhoon?

Bekijk de figuur. Waar staan alle juiste combinaties genoemd?

I toestromen van lucht, II opstijgende lucht, III verwarming van zeewater, IV ontstaan lagedrukgebied, V condensatie, ontstaan van wolken en regen

1. ID, IIB, IIIE, IVC, VA.
2. IE, IIA, IIIB, IVC, VD.
3. IA, IIE, IIIB, IVC, VD
4. IE, IIB, IIID, IVC, VA.

Wat is wind?
Gebruik de woorden hoge druk en lage druk in je antwoord.

Op de foto regent het heel veel tijdens een orkaan. Wanneer verandert waterdamp in regen?

1. Bij opstijgende, afkoelende lucht. Bij opstijgende, afkoelende lucht.
2. Bij opstijgende, opwarmende lucht.
3. Bij dalende, afkoelende lucht.
4. Bij dalende, opwarmende lucht.

Pagraaf 7,4: Rampen voorkomen!

Lees het nieuwsbericht hiernaast Welk begrip moet er bij de ‘X’ komen te staan? Schrijf dat begrip op je antwoordblad.

Waarom komen er in Nederland minder natuurrampen voor dan in Japan? Kies de juiste antwoorden.

1. Nederland ligt op de grens van platen, Japan niet.
2. Nederland is rijker dan Japan en kan de gevolgen van natuurrampen dus beter beperken.
3. Het is puur toeval dat er in Japan meer natuurrampen voorkomen. Nederland heeft geluk, Japan heeft pech.
4. Japan grenst aan een warme zee met kans op taifoens, Nederland grenst aan de veel koudere Noordzee zonder kans op orkanen.

Bekijk de tabel hiernaast.
Waar in de antwoorden staan de juiste combinaties?

1. I A, II B, III C
2. I C, II A, III B
3. I B, II A, III C
4. I C, II B, III A

Dit is 

het einde van het proefwerk.

Kijk alle vragen nog even na!