3M - Les 3 P4 - Schritt 46 - pers vnw. + woordenboek + zinnen maken

3m
Les 3 P4
Deutsch!
Gutentag
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3m
Les 3 P4
Deutsch!
Gutentag

Slide 1 - Diapositive

Studienführer
Voorbereiding voor les 1:
maken: Schritt 46




Verwerkingsopdrachten na les
maken:  Schritt 47

Slide 2 - Diapositive

Unterrichtsziele
 - 1e, 3e & 4e naamval
persoonlijk vnw

- woordenboek gebruik

-zelf zinnen maken



Slide 3 - Diapositive

Voorzetsels +3
naar, tot
uit
behalve
tegenover
met
tegemoet
naar, na
sinds
bij
van, door
mit
aus
außer
von
gegenüber
bei
entgegen
nach
zu
seit
durch
für
um

Slide 4 - Question de remorquage

Bij de volgende vragen moet je het schema gebruiken

om het schema goed af te lezen, moet je 3 dingen weten:

- welk schema ?  (der-groep of ein-groep of pers. vnw)
- welke kolom? (m / v / o / mv )
- welke rij? (1e /  3e  / 4e  naamval)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ihr zeigt (hem) ein gutes Restaurant.

Slide 7 - Question ouverte

Sie schenkt (haar) zum Geburtstag immer Geld.

Slide 8 - Question ouverte

Ich schicke (jullie) meine Kontonummer.

Slide 9 - Question ouverte

Der Gast gibt (u) Trinkgeld.

Slide 10 - Question ouverte

(Het) hat heute morgen stark geregnet.

Slide 11 - Question ouverte

Woordschat
Übung macht auch hier der Meister!

Slide 12 - Diapositive

aufregend

Slide 13 - Question ouverte

der Fernseher

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

De verdieping (gebouw)
A
die Vertiefung
B
der Stock

Slide 16 - Quiz

de huur
A
die Hure
B
die Miete

Slide 17 - Quiz

de economie
A
die Wirtschaft
B
die Ökonomie
C
Der Geldverleih

Slide 18 - Quiz

de begane grond
A
der Grundflur
B
das Erdgeschoss

Slide 19 - Quiz

Woordenboek
Soms kun je regels gebruiken om erachter te komen welk geslacht een woord heeft.
Maar soms moet je het opzoeken. Hier kun je een (online) woordenboek voor gebruiken.

Slide 20 - Diapositive

Gelautomat
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quiz

Kredit
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz

Hypothek
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quiz

Wertpapier
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

Bank
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quiz

Zelf zinnen maken
- werkwoord vervoegen
- naamval toepassen (soms)
- enkelvoud / meervoud

Slide 26 - Diapositive

De ambtenaar controleert
de belasting.

Slide 27 - Question ouverte

De inwoner maakt de huur
over.

Slide 28 - Question ouverte

De makelaar verdient een
vermogen.

Slide 29 - Question ouverte

Heb jij het formulier
ondertekend?

Slide 30 - Question ouverte

De firma Görlitz is op de
derde verdieping.

Slide 31 - Question ouverte

Auf Wiedersehen

Slide 32 - Diapositive