Schrijven 8 - dinsdag

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Programma en doel

• Bespreken huiswerk (opdr. 3)
• Herhaling betoog en argumenten
• Instructie opdracht 5 
• Gezamenlijk afsluiten

Doel: Je weet hoe je een argument moet onderbouwen.

Voorbeeld goed en slecht argumentatie

Huiswerk: opdracht 3

Argumentatieschema's

Een paar voorbeelden bekijken.

Stuur 'ik' in de chat als je feedback wilt. 

Alsnog inleveren!! Punt aftrek

Wat vind je goed aan dit voorbeeld?
Heb je een tip?

Opdracht 6 ->

Opdracht 6 - blz. 191

Eisen:

• Je bedenkt een titel voor de tekst.
• Je bedenkt een manier voor je inleiding.
• Je hebt drie alinea's in het middenstuk (per argument).
• Je verbindt minstens 2 alinea's  uit het middenstuk met elkaar.
• Je gebruikt minimaal 3 keer een signaalwoord voor een uitspraak-reden.
• Je sluit de tekst op een passende manier af (conclusie/samenvatting). 

Een argument onderbouwen

Ten eerste moet huiswerk afgeschaft worden omdat het leidt tot minder stress onder de leerlingen. (Hoofdargument) Veel mensen worden eerder overspannen wanneer zij werk mee naar huis nemen en dat geldt ook voor scholieren. (Uitleg) Uit onderzoek van Eénvandaag is naar voren gekomen dat tweederde van de ondervraagde scholieren stress ervaart door huiswerk. (Subargument) Met stress worden dan ook lichamelijke gevolgen bedoeld zoals hoofdpijn, buikklachten en slapeloosheid. In enkele gevolgen leidt dit zelfs tot een burn-out of depressie. (Voorbeelden)

Betoog 

In de week na de vakantie schrijf je een betoog als proefwerk.

Deze lever je samen met je argumentatieschema in het bestand en de rubric in. 

Je maakt deze tijdens 2 lessen op dinsdag en vrijdag. 

(2 en 5 maart)

Huiswerk vrijdag

Maak opdracht 5: je markeert welk niveau jij dit blok denkt te halen met schrijven.  

1. Vrijheid van meningsuiting mag geen grenzen hebben, omdat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.

2. Vrijheid van meningsuiting mag geen grenzen hebben, omdat het een grondwettelijk recht is om jouw mening uit te mogen spreken.

1. Argument 1 is overtuigender.
2. Argument 2 is overtuigender.

Beter argument bedenken.

Wat kan je gebruiken om een argument te onderbouwen?

Boek 3 doorgeven

Amal, Bas, Thomas en Iza!