HAVO 1 - Unit 4 - herhaling

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

UNIT 4 - FOOD

Lesson 2: writing

Lesindeling

1. Leerdoelen bespreken
2. Uitleg nieuwe grammatica (herhaling could/couldn't & much/many)
3. Oefenwerkbladen maken
4. Opdrachten maken boek (huiswerk)
5. Blooket

Leerdoelen

• Je kunt een kort, eenvoudig bericht schrijven via post, e-mail of sociale media. 
• Je kunt eenvoudige notities en aantekeningen maken voor jezelf. 
• Je kunt het grammaticaonderdeel could/couldn't en much/many correct gebruiken in een Engelse zin. 

Grammar: can or can't

Can betekent dat iemand in staat is iets te doen of dat iemand de toestemming heeft om iets te doen.	Can't is de afkorting van cannot en betekent dat iemand niet in staat is om iets te doen of dat iemand geen toestemming heeft om iets te doen.
I can swim.	I can't play chess.
You can go to the party.	You cannot go to the party.

Grammar: could or couldn't

Could gebruik je in een beleefde vraag, wanneer je iets voorstelt, of wanneer iets een mogelijkheid is.	Couldn't gebruik je ook wanneer je iets voorstelt, of wanneer iets een mogelijkheid is.
Could you please pay attention?	x
We could do a Blooket later.	Couldn't we do something else?
You could still catch the bus.	He couldn't play soccer even if he tried.

Welke hoort er NIET bij?
Gebruikt could / couldn't ...

1. In een beleefde vraag
2. Om aan te geven dat je iemand kent
3. Bij het geven van een mogelijkheid
4. Als je iets voorstelt

much & many

much  &   many

much	many
enkelvoud, ontelbaar	meervoud, telbaar
much information much money much time	many cars many dollars many teenagers

VEEL

Much & Many

telbaar Je kan hier een getal voor zetten	niet telbaar Je kan hier géén getal voor zetten
many dishes - 3 dishes	much talking
many pencils - 10 pencils	much time
many friends - 5 friends	much sleep

much/many?

.................. people

1. much
2. many

much/many?

............... umbrellas

1. much
2. many

much/many?

...................... time

1. much
2. many

Get to work

• Finish the grammar worksheets

Done? Start working on your homework:

• Do exercises 16, 17, 18, 19 & 20 on p. 132-135
  
• Study the 'phrases writing' on p. 176

Huiswerk bespreken

• Do exercises 11, 12, 13, 14 & 15 on p. 128-131

Homework

• Do exercises 16, 17, 18, 19 & 20 on p. 132-135
• Study the 'phrases writing' on p. 176