Thema 5 Regeling, basisstof 4 lezen en maken opdracht 21 t/m 30.
Slide 37 - Diapositive
Welke hersenen coördineren alle bewegingen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
Slide 38 - Quiz
Wat is GEEN onderdeel van de hersenen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Harde hersenen
Slide 39 - Quiz
De hersenen bestaan uit...
A
Grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg
B
Grote hersenen, hersenstam en ruggenmerg
C
Kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
D
Grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam
Slide 40 - Quiz
Twee functies zijn: 1. Het verbinden van het ruggenmerg met de hersenen 2. Het verbinden van zenuwen in het hoofd met de hersenen Welke functie(s) doet de hersenstam?
A
Beide niet
B
Alleen functie 1
C
Alleen functie 2
D
Zowel functie 1 als 2
Slide 41 - Quiz
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen
Ruggenmerg
Slide 42 - Question de remorquage
Tot slot
Bepaalde stoffen beïnvloeden je hersenen: medicijnen, tabak, alcohol, drugs
Remmend of juist stimulerend
Slide 43 - Diapositive
Lesdoelen:
Je herkent de 3 verschillende soorten zenuwcellen;
Je kunt uitleggen wat de functies zijn van de 3 verschillende soorten zenuwcellen;
Je weet welke soorten zenuwen er zijn;
Je weet uit welke onderdelen de hersenen bestaan;
Je weet de functie van de verschillende onderdelen van de hersenen.