K4: les 2

Biologie
Mevr. Zwijns
zwn@sgdc.nl
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Biologie
Mevr. Zwijns
zwn@sgdc.nl

Slide 1 - Diapositive

Telefoons weg, aandacht erbij;
 We gaan beginnen!

Slide 2 - Diapositive

Zoek op:
- uit hoeveel cellen bestaat een bacterie?
- uit hoeveel cellen bestaat een mens?
timer
2:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

K4: cellen aan de basis

Slide 5 - Diapositive

Herhaling vorige les

Slide 6 - Diapositive

Levend
Dood
Levenloos

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Slapen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 8 - Quiz

Welk levenskenmerk is een voorbeeld van het levenskenmerk 'reageren op prikkels'?
A
Beweging
B
Ademhaling
C
Ademhaling
D
De bloedsomloop

Slide 9 - Quiz

Aan het einde van de les...
Kun je
  • van de zes organellen hun functie benoemen en herkennen.
  • de belangrijkste onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
  • beschrijven hoe de cellen van een bacterie en schimmels zijn opgebouwd en kunt deze cellen herkennen.
  • de organismen van de vier rijken herkennen aan de cellen.
  • uitleggen wat een organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel en cel is en hier voorbeelden van geven.



Slide 10 - Diapositive

Organismen indelen in vier rijken

Welke rijken zouden dit kunnen zijn?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Welke cellen hebben organellen?
A
dierlijke cellen
B
plantaardige cellen
C
dierlijke en plantaardige cellen
D
geen van beide

Slide 13 - Quiz

Zoek de verschillen
Vul de tabel in:
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Zoek de verschillen
Celwand: dit geeft stevigheid en bescherming aan de cel.

Celkern: dit is het regelcentrum van de cel (DNA)

Celmembraan: de douane van de cel. Hier wordt bepaald wat een cel in en uit mag.

Slide 15 - Diapositive

Zoek de verschillen
Vacuole: dit is een soort waterballon. Deze vult zich met vocht waardoor alles in de cel tegen de celwand aangeduwd wordt. Zo wordt de cel stevig.


Bladgroenkorrel: hier vindt fotosynthese plaats.


Slide 16 - Diapositive

Zoek de verschillen
Vacuole: dit is een soort waterballon. Deze vult zich met vocht waardoor alles in de cel tegen de celwand aangeduwd wordt. Zo wordt de cel stevig.


Cytoplasma: dit is een vloeistof waar stoffen in opgelost zitten. Hier vindt ook de verbranding plaats.


Slide 17 - Diapositive

Aan de slag!
Microscopie

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Je kunt nu...
  • de 6 levenskenmerken noemen.
  • de levenskenmerken bij organismen herkennen.
  • het verschil tussen dood, levenloos en levend uitleggen.
  • de begrippen eencellig, meercellig, weefsel, orgaan, orgaanstelsel en organisme beschrijven

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
Lees K4 les 2
maak de vragen bij 'wat weet je nu'
maak de examenvragen

Slide 24 - Diapositive