start-herfst

• Retail
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 3

Herhalingsles

Startschooljaar-herfstvakantie 2024

Wat hebben we ook alweer gedaan in de 'gouden' weken?

1. Boodschappen gedaan
2. Met de stapelaar gewerkt
3. Til challange
4. Geen reet

Het werken in de detailhandel houdt in dat:

1. je overal kunt werken
2. je werkzaam bent in een supermarkt, bloemenwinkel etc
3. dat je in het magazijn op een heftruck mag rijden
4. dat je in goederen handelt

Het werken in een magazijn kan ook zijn dat je orders pickt en inpakt voor een klant

1. Waar
2. Niet-waar

We hebben allemaal 3 kwaliteiten

1. Waar
2. Niet-waar

Een voorbeeld van een kwaliteit is:

1. Creatief zijn
2. Geduldig zijn
3. Zelfvertrouwen hebben
4. Doelgericht zijn

Een feit is hetzelfde als je mening

1. Waar
2. Niet waar

Een feit is:

1. Je eigen mening
2. iets wat niet waar is
3. een sprookje
4. iets wat je kunt opzoeken

Met de ecologische voetafdruk bedoelen we:

1. Hoe je in het leven staat
2. Hoe je denkt over de natuur
3. het stukje aarde wat we innemen op de aarde
4. dat we zuinig moeten zijn op de aarde

Groene stroom is:

1. Stroom dat uit een groene kabel komt
2. Stroom dat we opwekken door bijv. windmolens
3. Stroom waar we voor betalen
4. waar we heel hard voor moeten werken

Door afval te scheiden, helpen we mee aan de ecologische voetafdruk

1. Waar
2. Niet-waar

Door meer vlees te eten werken we mee aan de ecologische voetafdruk

1. Waar
2. Niet-waar

Stip it staat voor:

1. Slecht tegen iemand zijn
2. Stom tegen iemand praten
3. Stop tegen iedereen
4. Samen tegen iemand pesten

Iemand pesten kan gevolgen hebben voor het hele leven

1. Waar
2. Niet-waar

Artikelen controleren doen we omdat;

1. Klanten het anders niet kopen
2. Het over datum kan zijn
3. er derving kan ontstaan
4. we niets anders te doen hebben

THT betekent:

1. Ten minste houdbaar tot
2. Te gebruiken tot
3. Terug halen tot
4. Tegen geur

Te gebruiken tot betekent dat je:

1. de producten langer kunt gebruiken dan dat de datum is
2. de producten sneller over datum gaan
3. de producten tot die datum kunt gebruiken
4. de producten niet mag gebruiken

23-09-2024 betekent:

1. 23 augustus 2024
2. 23 oktober 2024
3. 23 april 2024
4. 23 september 2024

05-2024 betekent:

1. maart 2024
2. juli 2024
3. mei 2024
4. juni 2024

Als een pak yoghurt de datum heeft van vandaag en hij is nog niet open geweest, dan kun je hem niet meer eten.

1. Niet-waar
2. Waar

Als chocolademelk 1 dag over datum is dan kun je het nog drinken. Wat kun moet je doen om dit te controleren?

1. Ruiken, snuiven, proeven
2. Kijken, snuiven en weggooien
3. Kijken, ruiken en proeven
4. Kijken, ruiken en weggooien

Derving is:

1. Als producten gestolen worden in een winkel
2. Als er lege verpakkingen in een winkel liggen
3. Als een medewerker iets per ongeluk laat vallen
4. geld meenemen uit de kassalade

Criminele derving is:

1. Als iemand in de winkel per ongeluk iets laat vallen
2. Diefstal
3. Je geld uit de kassalade haalt
4. Als je kapotte spullen binnen krijgt

Niet- criminele derving is:

1. Geld uit de kassalade halen
2. Iets kapot laten vallen
3. zelf een croissantje eten van de bakkersafdeling
4. Kapotte levering krijgen

Derving kan grote gevolgen hebben voor een winkel omdat:

1. Ze dit zelf moeten terugbetalen
2. Ze failliet gaan
3. Dan verlies lijden
4. Ze de producten niet kunnen verkopen

Schoonmaken moet je zowel in de detailhandel als in de logistiek

1. Niet-waar
2. Waar

Schoonmaken is een taak die je uit moet voeren op de stage/werk

1. Niet- waar
2. Waar

Schoonmaken is:

1. Alles weer mooi maken
2. zorgen dat bacterien niet zichtbaar zijn
3. vuil weg halen
4. niet nodig

Je hebt verschillende soorten vuil zoals zichtbaar vuil en onzichtbaar vuil.

1. Waar
2. Niet-waar

Onzichtbaar vuil maak je schoon met een doek en een sopje van allesreiniger

1. Waar
2. Niet-waar

Zichtbaar vuil haal je wel door bijvoorbeeld te stofzuigen, te vegen en te dweilen

1. Waar
2. Niet-waar

Een schema waarin staat wat je wanneer schoon moet maken en hoe je dat doet noem je:

1. Schoonmaakschema
2. Reinigingsschema
3. Plan van schoonmaken
4. Reinigingsplan

Met schoonmaakmiddel om bacterien en schimmels weg te halen noem je:

1. Infectiemiddelen
2. reinigingsmiddel
3. desinfectiemiddel
4. allesreiniger

Welke kleuren schoonmaakdoekjes zijn er?

1. Blauw, geel, groen en wit
2. Wit, blauw, rood en zwart
3. Rood, wit, blauw, en oranje
4. Rood, groen, blauw en geel

In de detailhandel/logistiek maakt het niet uit welke kleur schoonmaakdoekjes je gebruikt, als je het doekje van de wc maar niet gebruikt bij de afwas.

1. Waar
2. Niet-waar

Einde

en de winnaar is......