Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 70 min
Éléments de cette leçon
Welcome HB2A
Week 2 - Lesson 3
Grammar recap
Slide 1 - Diapositive
Check-in
Ga op je plaats zitten.
Leg je spullen op tafel.
Pak je mobiel in het zakkie en doe het in je rugzak/tas.
Wacht rustig tot de les begint.
Slide 2 - Diapositive
Today
At the end of this class I ...
... can write about things that happened in the past (het verleden).
Slide 3 - Diapositive
Past simple is verleden tijd. Hoe maak je ook alweer de past simple?
Slide 4 - Question ouverte
Past simple: Wanneer gebruik je de past simple?
Slide 5 - Question ouverte
Past simple regular verbs
Je gebruikt de past simple om over dingen te praten die in het verleden gebeurd zijn.
De gebeurtenis/ actie is gestopt.
Om de past simple te maken voeg je -(e)dtoe aan het werkwoord.
My mum liked my new swimsuit a lot.
We changed flights in London.
Slide 6 - Diapositive
Past simple irregular verbs
Sommige werkwoorden hebben een onregelmatige vorm in de past simple.
Deze moet je uit je hoofd leren. Een overzicht vind je op blz. 211.
For example:
(to) be = was/ were
(to) buy = bought
Slide 7 - Diapositive
Past simple: My sister .......... (to play) the guitar last year.
Slide 8 - Question ouverte
Past simple: Her sister ... (to like) me a lot.
Slide 9 - Question ouverte
Past simple: My mum .... (to talk) to my teacher about my grade.
Slide 10 - Question ouverte
Past Simple of ''to work''?
Slide 11 - Question ouverte
Past Simple of ''to want''?
Slide 12 - Question ouverte
Past Simple of ''to stop''?
Slide 13 - Question ouverte
Past Simple of ''to arrive''?
Slide 14 - Question ouverte
I _____ (to change)my flight yesterday.
Slide 15 - Question ouverte
The boys _____ (to call) the police last week.
Slide 16 - Question ouverte
Past simple irregular verbs
Slide 17 - Diapositive
Look at page 211-213. Write past simple of ''to begin''?
Slide 18 - Question ouverte
Look at page 211-213. Write past simple of ''to have''?
Slide 19 - Question ouverte
Look at page 211-213. Write past simple of ''to meet''?
Slide 20 - Question ouverte
Look at page 211-213. Write past simple of ''to sleep''?
Slide 21 - Question ouverte
She _____ (to write) a letter to her parents.
Slide 22 - Question ouverte
I _____ (to spend) all my money.
Slide 23 - Question ouverte
Past simple: They ....... (to go) home after school yesterday.
Slide 24 - Question ouverte
Past simple: We ....... (to have) a week off.
Slide 25 - Question ouverte
Kijk naar de afbeelding. Je bent op vakantie in Africa. Op de afbeelding zie je wat er gisteren is gebeurd. 1) Schrijf een postcard naar je vriend. 2) Vertel je vriend wat er gisteren is gebeurd. 3) Schrijf 4-5 zinnen. 4) Let op spelling, grammatica en leestekens. 5) Gebruik de past simple.