Middeleeuwen - inleiding (de reader)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

startopdracht

Wat is jouw beeld van de Middeleeuwen?

- maak een mindmap - 

Doel

• Ik heb een globaal beeld van literatuur in de Middeleeuwen. (literaire context)

Wat gaan we doen? (50 min)

• Startopdracht                       5 min. 
• Aantekeningen                    10 min.
• filmpje over religie               5 min.
• intro reader + opdr.            10 min.
• huiswerk                                 10 min.

inleiding middeleeuwen

maatschappij

religie

literatuur

burgerij

• vanaf 1100 bevolkingsgroei en opkomst van steden
• van ruileconomie naar geldeconomie
• Gilden 

memento mori

• theocentrische samenleving
• (on)geletterdheid
• macht van de kerk

literatuur

• mondelinge overlevering (o.a. Artur)
• vaak op rijm
• handschriften vanaf 1100
• 1170 Henric van Veldeke - Einide

bekijk het filmpje en maak aantekeningen

introductie van de reader

In welke drie delen kun je de reader opdelen? 

Noteer onderwerpen, paginanummers en jaartallen. 

de reader

deel I. blz. 1-18: Middeleeuwen (500-1450)

deel II. blz. 18-26: rederijkers / 80-jarige oorlog / Wilhelmus (1450-1550)

deel III. blz. 27-39: Renaissance (1500-1700)

Lees blz. 2 t/m 4

• Markeer/onderstreep belangrijke begrippen
• Beantwoord deze vragen: 

1. wat betekent 'theocentrisch'?
2. waarom waren teksten vaak op rijm?
3. was de middeleeuwse mens erg anders dan wij?

lees blz. 2 t/m 4

1. theocentrisch = op God gericht
2. verhalen zijn op rijm, zodat je het beter kunt onthouden; ze werden mondeling overgeleverd
3. de maatschappij zag er anders uit, maar de mens zelf heeft eigenlijk geen grote evolutie doorgemaakt 

doel bereikt?

• pak je mindmap over 'middeleeuwen' erbij
• teken een tijdbalk van 500-1500
• zet de begrippen uit jouw mindmap op de juiste plek en vul aan waar je kunt (gebruik de reader)

lees blz. 5 t/m 8

• markeer/onderstreep de begrippen in je reader 
• noteer de antwoorden in je schrift

1. Wat is 'epische verdichting'? (onderstreep)
2. Hoe verschilt de rol van de vrouw in deze twee 'genres'?
3. Wat zou erop tegen zijn om het onderscheid voorhoofs - hoofs te maken? 

Lees blz. 5 t/m 8

1. de concentratie van verhalen rondom één persoon
2. voorhoofs: 'koopwaar' (kleine rol)
   hoofs: 'onbereikbaar' (grote rol)
3. voorhoofse teksten zijn niet per se veel ouder en spelen zich niet vóór Arthurromans af