H5.7 Grammatica

H1.3 Lezen
Welk
patroon is 
uniek? 
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H1.3 Lezen
Welk
patroon is 
uniek? 

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Start H5.7 Grammatica
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Zinsontleden stap voor stap
Bladzijde 151 - stappenplan
  1. Persoonsvorm
  2. Zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
  3. Gezegde
  4. Onderwerp
  5. Eventueel lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp
  6. Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 4 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je een bijwoordelijke bepaling.

Slide 6 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 7 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Diapositive

Juist of onjuist?

Vraagwoorden waarmee je bijwoordelijke bepalingen zoekt, zijn ook bijwoordelijke bepaling.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Juist of onjuist?

Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom loopt die stoet straks door de stad?

Slide 12 - Question ouverte

Op welke vraag geeft het bijwoordelijke bepaling geen antwoord?
A
Waar?
B
Waarom?
C
Wanneer?
D
Wat?

Slide 13 - Quiz

Zoek de bijwoordelijke bepaling...

Vorige week heeft onze roostermaker het ongelooflijke rooster online gezet.
A
vorige week
B
vorige week, het ongelooflijke rooster
C
vorige week, online
D
Vorige week, onze roostermaker

Slide 14 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarover gaat die film morgenavond in de stadsschouwburg?

Slide 15 - Question ouverte

Op welke vraag geeft het bijwoordelijke bepaling geen antwoord?



A
Aan wie?
B
Hoe?
C
Waarom?
D
Wanneer?

Slide 16 - Quiz

Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) (bwb).

Waarom gaf het Ministerie alle reizigers naar Bangkok vanochtend een negatief reisadvies?

Slide 17 - Question ouverte

H4.7 Grammatica
Zelfstandig aan de slag: 
maken opdracht 6 en 7 + 9 en 10 

Slide 18 - Diapositive