Hoofdletters en aanhalingstekens

Trede 11, SCHRIJVEN
Hoofdletters en aanhalingstekens
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Trede 11, SCHRIJVEN
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel
Aan het eind van deze les kan je hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
Geen hoofdletter
voetbalclub
rebus
kerkstraat
ivoor
amerikaanse
maastricht
estland
elders
dinsdag
inhoud
arnhemmer
roda jc
najaar
anton
noorden
disney

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
geen hoofdletter
rood
amerikaanse
bierglas
eline
paspoort

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
geen hoofdletter
marco
printer
racefiets
tijger
turkse

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorie
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 
    (Let op! 's Avonds ging ik naar huis / 11 Kinderen waren ziek.)

  • Bij eigen namen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)
  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)
  • Windstreken (zuidwest, het oosten)
  • Namen van seizoenen, maanden en periodes (juni, lente, zomertijd)





Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanhalingstekens 1
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.
  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten of indirecte reden:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
  2. Ze vroeg zich af of ze onder het afspraakje uit kwam.
 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanhalingstekens 2
  • Bij titels:
  1. Het boek 'De Hongerspelen' van Suzanne Collins is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden
1. Als iemand iets zegt, vraagt of roept.

'Ik heb zo een gesprek met mijn coach', zegt Erwin.
'Wat is dat?', vraagt Kevin.
'Kijk daar!', roept Soumaya.
2. Als iets niet serieus bedoeld is.
De wegpiraat werd 'liefdevol' op de bon geslingerd.
Dat was een 'grappig' verhaal. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je mag, als iemand iets zegt, vraagt of roept, zelf kiezen of je enkele of dubbele aanhalingstekens gebruikt. Enkele aanhalingstekens maken de tekst minder druk, dus tekstschrijvers kiezen vaker daarvoor.
Kies je voor enkele aanhalingstekens? Blijf dan bij je keuze en gebruik dat dan overal. Dat geldt ook voor dubbele aanhalingstekens.
Kijk eens goed waar de punten en komma's staan in de voorbeelden.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snap je het?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Hoofdletter
richard
siddeburen
herfst
oktober
begin van een zin
limburgse vlaai

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

met hoofdletter
zonder hoofdletter
coevorden
joris
hond
nederlands
zomer
september

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

"Sara zei:" Ik heb een super
vakantie gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Thomas zei "Daar heb ik geen zin in."
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

De dubbele punt mist. 
"Ik vind het niet leuk!", riep Lotte.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met hoofdletter
Zonder hoofdletter
aan het begin van de zin
bij aardrijkskundige namen 
bij dagen en maanden
feestdagen 
samenstellingen van feestdagen
windstreken

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
Wanneer gebruik je hoofdletters?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
Wanneer gebruik je geen hoofdletters?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions