De aanhalingstekens

De aanhalingstekens
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

De aanhalingstekens

Slide 1 - Diapositive

Beginaanhaling
Oma zegt dat je gerust een extra taartje mag nemen.
--> "Neem gerust een extra taartje", zegt oma.
 Je punt binnen het citaat verdwijnt en wordt vervangen door een komma buiten het citaat. 

Slide 2 - Diapositive

Beginaanhaling
Mijn tante vraagt of ik er nu al ben. 

"Ben je er nu al?" vraagt mijn tante.
Een vraagteken of uitroepteken blijft altijd binnen de aanhaling.

Slide 3 - Diapositive

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een beginaanhaling.

Iemand houdt me in de gaten. zei ze huiverend.


Slide 4 - Question ouverte

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een beginaanhaling.

ik had je toch gevraagd om dat te herstellen! schreeuwde ze.


Slide 5 - Question ouverte

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een beginaanhaling.

rustig, ik heb een afspraak gemaakt. zei hij zachtjes.


Slide 6 - Question ouverte

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een beginaanhaling.

hoe komt dat denk je? vroeg bram.


Slide 7 - Question ouverte

Eindaanhaling
De winkelbediende zei: 'Je krijgt korting.'

Je plaatst een dubbele punt voor de aanhaling. De leestekens blijven binnen de aanhaling. 

Slide 8 - Diapositive

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens?

Mevrouw sustronck zei ga je mee naar het concert van clouseau?


Slide 9 - Question ouverte

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens?

de leerlingen vroegen krijgen we nu eindelijk een nieuwe plaats?

Slide 10 - Question ouverte

Onderbroken aanhaling
Leestekens die tot de letterlijk geciteerde tekst behoren staan binnen de aanhaling. Anders staan ze erbuiten.


Slide 11 - Diapositive

Levi roept: joepie, ik krijg een nieuwe plaats.
"Joepie," roept Levi ," ik krijg een nieuwe plaats.

Senne zegt: pff ik wil geen nieuwe plaats.
"pff" zegt Senne, "ik wil geen nieuwe plaats."

Slide 12 - Diapositive

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een onderbroken aanhaling.

ja, maar voor welke prijs? antwoordde hij.

Slide 13 - Question ouverte

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een onderbroken aanhaling.

Thomas, je weet dat ik altijd vol goede ideetjes zit zuchtte ze.

Slide 14 - Question ouverte

Kan je de volgende zin juist schrijven met hoofdletters en aanhalingstekens? Gebruik een onderbroken aanhaling.

Mats zei ja inderdaad een tof idee.’

Slide 15 - Question ouverte