2.4 gewichten

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We gaan eerst even herhalen!

Slide 2 - Diapositive

Welke eenheid wordt meestal gebruikt om inhoud te meten?
A
Kilogram
B
Vierkante meter
C
Liter
D
Kubieke meter

Slide 3 - Quiz

Hoeveel millimeter is gelijk aan 1 decimeter?
A
100 millimeter
B
120 millimeter
C
75 millimeter
D
50 millimeter

Slide 4 - Quiz

Wat is 2,5 meter in centimeters?
A
275 centimeter
B
250 centimeter
C
200 centimeter
D
225 centimeter

Slide 5 - Quiz

Hoeveel centimeter is 1 meter?
A
50 centimeter
B
100 centimeter
C
120 centimeter
D
75 centimeter

Slide 6 - Quiz

Wat is de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een rechthoek?
A
Lengte x Breedte
B
Lengte + Breedte
C
Lengte - Breedte
D
2 x (Lengte + Breedte)

Slide 7 - Quiz

Wat is de formule om de inhoud van een rechthoekige doos te berekenen?
A
Lengte + Breedte + Hoogte
B
Lengte / Breedte x Hoogte
C
Lengte x Breedte / Hoogte
D
Lengte x Breedte x Hoogte

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is de afkorting van kilogram?
A
kilo
B
gram
C
g
D
kg

Slide 13 - Quiz

Wat is de afkorting van gram?
A
g
B
gr
C
gram
D
kilo

Slide 14 - Quiz

Hoeveel gram is een kilogram?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 15 - Quiz

Hoeveel kilogram is 1000 gram?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 16 - Quiz

Wat geeft deze weegschaal aan?
A
112 kg
B
11,2 kg
C
112 g
D
11,2 g

Slide 17 - Quiz

Wat geeft deze weegschaal aan?
A
70 kg
B
80 kg
C
75 kg
D
76 kg

Slide 18 - Quiz

Wat weegt 1 kg?
A
1,5 liter cola
B
pak suiker
C
koffiepads
D
zak chips

Slide 19 - Quiz

Wat is gelijk aan 0,5 kg?
A
5 g
B
50 g
C
500 g
D
5000 g

Slide 20 - Quiz

Wat is gelijk aan 1,5 kg
Kies twee antwoorden.
A
1 kg en 500 g
B
1 kg 50 g
C
15 kg
D
1500 g

Slide 21 - Quiz

Wat is gelijk aan 2,1 kg?
A
21 g
B
210 g
C
2100 g
D
21000 g

Slide 22 - Quiz

Wat is gelijk aan 3800 g?
A
3,8 kg
B
38 kg
C
0,38 kg
D
380 kg

Slide 23 - Quiz

Hoeveel weegt ongeveer een potlood?
A
10 g
B
0,5 kg
C
100 g
D
1 kg

Slide 24 - Quiz

Een olifant weegt ongeveer 5
A
ton
B
kg
C
g
D
mg

Slide 25 - Quiz

Een man weegt ongeveer 80
A
ton
B
kg
C
g
D
mg

Slide 26 - Quiz

Een auto weegt ongeveer 1000
A
ton
B
kg
C
g
D
mg

Slide 27 - Quiz

Een rijstkorrel weegt ongeveer 20
A
ton
B
kg
C
g
D
mg

Slide 28 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van licht naar zwaar?
A
iPad, reep, stiften, puntenslijper
B
puntenslijper, stiften, iPad, reep
C
puntenslijper, stiften, reep, iPad
D
stiften, puntenslijper, reep, iPad

Slide 29 - Quiz

Zet de gewichten op volgorde van zwaar naar licht
3 ton
50 kg
100mg
2 kg
1 g
900kg
2300kg

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Diapositive

Vragen?
Maken 2.4

Slide 32 - Diapositive