max 6.2 Voedselrelaties en kringlopen

6.2 Voedselrelaties en kringlopen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.2 Voedselrelaties en kringlopen

Slide 1 - Diapositive

BS2: Voedselrelaties
 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.
Je kunt de kringlopen van water, stikstof en koolstof beschrijven.

Slide 2 - Diapositive

Waarom begint een voedselketen altijd met een plant?

Slide 3 - Diapositive

voedselweb

Slide 4 - Diapositive

verschillende schakels
  1. Producenten (planten)
  2. Herbivoren (planteneters)
  3. Omnivoren (Alleseters)
  4. Carnivoren (vleeseters) 
Nieuw!
   4. Afvaleters
   5. Reducenten

Slide 5 - Diapositive

huiswerkvraag
wat is accumulatie?

denken, delen, uitwisselen 
timer
0:20

Slide 6 - Diapositive

accumulatie

Slide 7 - Carte mentale

accumulatie
is het opstapelen van gif in een voedselketen.
voorbeeld pfas
organisch afval met Pfas resten ->regenworm->kip(ei)->mens
Pfas wordt niet afgebroken. De mens bevat in deze voedselketen de meeste pfas

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

De koolstof kringloop
Koolstof = element C

Gaat verbindingen en komt op aarde in verschillende vormen.

Gas en vaste vorm.

Slide 10 - Diapositive

Koolstof in de atmosfeer

Er komt koolstof in de atmosfeer bij door:
  • vulkaanuitbarsting
  • bosbranden
  • verbranding fossiele brandstoffen 
  • rotten (dode planten/dieren)
  • uitademen van dieren

Slide 11 - Diapositive

Koolstof uit atmosfeer door
  • fotosynthese
         planten groeien, in het
          hout is C opgeslagen.

Lange termijn opslag in gesteentelagen.
          bijv. veen wordt steenkool.

Slide 12 - Diapositive

Koolstofkringloop

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

de waterkringloop

Slide 15 - Diapositive

de stikstofkringloop
eiwitten maken deel uit van de stikstofkringloop.
stikstof wordt aangegeven met N
en komt in verschillende vormen voor in de kringloop.
schimmels en bacteriën zijn onmisbare schakels 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Aan het werk
maken par 6.2 opdracht 1 tm 9

Slide 20 - Diapositive

In de koolstofkringloop worden door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten
D
Producenten, consumenten en reducenten

Slide 21 - Quiz

Wanneer is de koolstofkringloop verstoord?
A
Als er minder koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
B
Als er meer koolstofdioxide geproduceerd wordt dan verwerkt kan worden door de planten
C
Als er minder zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide
D
Als er meer zuurstof geproduceerd wordt door de planten dan koolstofdioxide

Slide 22 - Quiz

Aan de basis van de koolstofkringloop staan
A
de reducenten
B
de producenten
C
de consumenten
D
de concurrenten

Slide 23 - Quiz

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Ammoniak
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 24 - Quiz

Een stikstofkringloop laat zien
A
welke vormen stikstof in een ecosysteem kan voorkomen
B
hoeveel stikstof in een ecosysteem kan voorkomen
C
geen van beide

Slide 25 - Quiz

Hoe wordt in de voedselketens stikstof doorgegeven in de stikstofkringloop?
A
alleen als nitraat
B
alleen als ammoniak
C
als energierijke stof
D
alleen als eiwitten

Slide 26 - Quiz