Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
LES NEDERLANDS
Slide 1 - Diapositive
DOEL VAN DE LES
Je weet de opbouw van een verslag.
Je weet hoe je bepaalde functies in word kunt gebruiken bij de opbouw van een verslag.
Slide 2 - Diapositive
VERSLAG
Slide 3 - Carte mentale
1
2
3
4
5
6
7
inhoudsopgave
bijlagen
kern
bronnenlijst
inleiding
nawoord
voorblad
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Vidéo
OPBOUW VAN EEN VERSLAG
Alle onderdelen moeten steeds op een nieuwe pagina beginnen.
Let op je schrijfstijl: geen spreektaal!
Is er verschil tussen spreek- en schrijftaal? Ja, spreektaal kun je niet per definitie opschrijven. Maar schrijftaal moet je wel moeiteloos kunnen uitspreken.
Slide 6 - Diapositive
SCHRIJFSTIJL
Schrijftaal - Formeel
Heden ten dage hoop ik u te treffen op nog nader te benoemen bestemming.
Spreektaal - Informeel
Ik zie je straks! Ik laat je nog weten waar.
Slide 7 - Diapositive
VOORBLAD
titel van het verslag
naam of namen van de auteur(s)
naam van de opleiding
leerjaar
naam van de docent
Word > invoegen > voorblad > zelf aanpassen
Slide 8 - Diapositive
KOPPEN
Hoofdonderdelen: Kop 1
Subonderdelen: Kop 2
Sub-subonderdelen: Kop 3
etc.
Word > stijlen > kop aanvinken
Slide 9 - Diapositive
INHOUDSOPGAVE
In de inhoudsopgave moeten alle hoofdstukken van het verslag vermeld worden.