Verslag maken

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Nederlands
Terugblik vorige les
SMART

Slide 2 - Diapositive

S
Specifiek
A
Wie, wat, waar?
B
Geeft tijd aan
C
Is je doel haalbaar?
D
Kun je je doel bereiken?

Slide 3 - Quiz

M
Meetbaar
A
Tijd
B
Getal

Slide 4 - Quiz

A
Acceptabel
A
Tijd
B
Haalbaar binnen jouw capaciteiten, tijd, werkplek?
C
Getal
D
Wat wil je bereiken?

Slide 5 - Quiz

R
Realistisch
A
Geeft het voldoende uitdaging?
B
Wat wil je bereiken?

Slide 6 - Quiz

T
Tijdsgebonden
A
Getal
B
Binnen welke periode?
C
Wat wil je bereiken?

Slide 7 - Quiz

Status

Slide 8 - Diapositive

Verslag maken

Slide 9 - Diapositive

DOELEN VAN DE LES
  • Je kent de opbouw van een verslag.  
  • Je weet hoe je informatie goed verwerkt in je verslag.
  • Je weet hoe je bepaalde functies in Word kunt gebruiken bij de opbouw van een verslag. 

Slide 10 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
7
inhoudsopgave
bijlagen
kern
bronnenlijst
inleiding
nawoord
voorblad 

Slide 11 - Question de remorquage

OPBOUW VAN EEN VERSLAG
  • Alle onderdelen moeten steeds op een nieuwe pagina beginnen.
  • Let op je schrijfstijl: geen spreektaal! 

Is er verschil tussen spreek- en schrijftaal? Ja, spreektaal kun je niet per definitie opschrijven. Maar schrijftaal moet je wel moeiteloos kunnen uitspreken. FF-als/dan etc. 

Slide 12 - Diapositive

SCHRIJFSTIJL
Schrijftaal - Formeel of informeel
Je schrijft een verslag voor je docent en je past je taalgebruik aan als dat nodig is. 
Een verslag is geen brief of bericht, je schrijft informerend.

Dus niet: 'Ik ga u vertellen over.....'
Maar wel: 'In dit verslag beschrijf ik.....'



Slide 13 - Diapositive

VOORBLAD
 titel van het verslag
 naam van de auteur (studentnr)
 naam en leerjaar van de opleiding
 inleverdatum
 naam van de docent 

Word > invoegen > voorblad > zelf aanpassen

Slide 14 - Diapositive

KOPPEN
 Hoofdonderdelen: Kop 1 
 Subonderdelen: Kop 2 
 Sub-subonderdelen: Kop 3
 etc. 

Word > stijlen > kop aanvinken 

Slide 15 - Diapositive

INHOUDSOPGAVE
 In de inhoudsopgave moeten alle hoofdstukken van het verslag vermeld worden.
Word > verwijzingen > inhoudsopgave 

Je verslag heeft een paginanummering.
Word > invoegen > paginanummer 

Slide 16 - Diapositive

KERN
Informatie verzamel je uit het lesmateriaal, boeken, informatiewebsites of artikelen.
Deze teksten gebruik je nooit letterlijk.

Teksten kopiëren en plakken van een ander is plagiaat. 

Slide 17 - Diapositive

KERN
1. Verzamel informatie. Schrijf de bronnen op!
Waar heb je de info gevonden?
2. Maak notities van de informatie. 
Eigen woorden
3. Schrijf je eigen tekst op basis van de notities.
Niet knippen/plakken dus
4. Vermeld je bronnen website/naam/datum


Slide 18 - Diapositive

Oefen opdracht
  1. Document oefen opdracht per mail
  2. Lees het document door, waar gaat het over?
  3. Maak een voorblad zoals het in deze les is uitgelegd.
  4. Voeg paginanummering toe.
  5. Maak koppen, gebruik Kop 1 en Kop 2.
  6. Voeg een inhoudsopgave in.
  7. Maak het verslag.
  8. Sla het document op.

Slide 19 - Diapositive