bs 5: Voedselbederf (+ bs 6: voeding en vertering bij zoogdieren)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bs 5: Voedselbederf

Boek open op tafel: huiswerkcontrole bs 4!

Doen voor volgende les:

Bs 5 opdr 1 t/m 8 + 10, ook nakijken!!

+ Lezen bs 6

Leerdoelen bs 5

- Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan

Wat zijn reducenten en wat hebben zij met voedselbederf te maken?

• Schimmels & bacteriën
• ruimen resten van dode
  organismen op
  
• Kunnen ook schadelijk zijn
  in ons lichaam
  (voedselvergiftiging)

Bv Salmonella

• vaker op dierlijke producten
• vermenigvuldigd snel bij warmte
•  gevaarlijk voor:
  - jonge kinderen
  - zwangere vrouwen
  - oude mensen
  - mensen met een slechte weerstand

Conserveren

= voedsel behandelen waardoor het langer houdbaar is

Wat hebben bacteriën en schimmels nodig om te groeien? 

• voedsel
• warmte
• zuurstof
• vocht

Even nadenken

Wat zijn manieren om voedselbederf tegen te gaan (conserveren)?

(Denk aan het eten in de supermarkt/in je eigen keuken/in je tas momenteel.. waarom bederft dat niet (meteen))?

• Invriezen
• pasteuriseren
• Steriliseren
• Drogen
• Additieven toevoegen zoals conserveringsmiddelen (suiker, zout, zuur, stikstof, sulfiet)
• Vacuüm verpakken
• Gas verpakken
• Doorstralen

E-nummers (additieven). 

Doorstralen

Doen voor volgende les:

Bs 5 opdr 1 t/m 8 + 10, ook nakijken!!

+ Lezen bs 6

bs 2.6 voeding en vertering bij zoogdieren

Planning van vandaag:

1. SO bs 1 t/m 5 (20 min)

2. Uitleg bs 6 (5 min)

3. Huiswerk maken/huiswerk controle

SO bs 1-6

• Je schrijft op de toets met zwarte/blauwe pen
  (waar/niet waar in de tabel, meerkeuze omcirkelen, open vragen op de lijntjes).
• Zet je naam + klas + datum (09-03-2022) bovenaan de toets.
  
  
  
• Klaar? Lever je toets in op het bureau

SO bs 1-6

• Je schrijft op de toets met zwarte/blauwe pen
  (waar/niet waar in de tabel, meerkeuze omcirkelen, open vragen op de lijntjes).
• Zet je naam + klas + datum (09-03-2022) bovenaan de toets.
  
  
  
• Klaar? Lever je toets in op het bureau

Leerdoel 

-Je moet bij zoogdieren het verband kunnen aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken van het gebit. 

herbivoor

omnivoor

carnivoor

knipkies

Carnivoren

• Kort verteringsstelsel, platte buik 
• Grote en scherpe hoektanden
• Knipkiezen om stukken vlees af te

        kunnen scheuren

• Kiezen glijden langs elkaar als bij
  

       een schaar

Herbivoren

• Hebben een langer verteringsstelsel (Bv: paard 40 meter!)
• Plantaardig materiaal lastiger af te breken vanwege cellulose vezels in celwand van de

      plantencel

• Plooikiezen om voedsel fijn te malen

      en hebben meestal geen hoektanden

Variatie in spijsverteringsstelsels

Paarden hebben een langer darmkanaal dan tijgers, omdat zij herbivoor (planteneters) zijn en veel moeilijk te verteren voedsel eten.

Dat kun je zien aan de relatief dikke buik die paarden hebben, omdat er zoveel darmen in zitten.

lange blindedarm / veel bacteriën

  herkauwen

Omnivoren

• Middellang verteringsstelsel
• Knobbelkiezen om voedsel fijn te malen
• Hoektanden; bij sommige dieren groot om prooi te doden

       Bij sommige dieren even groot als de snijtanden 

• Mensen koken en eten 

       veel met bestek

Voor de volgende les:

Leren: bs 1 t/m 6

Maken: bs 6 opdr 1 t/m 8
 + Al het voorgaande huiswerk (zie elo voor hw + LessonUps)

Repetitie: Vrijdag 18 maart