24-11-18 Voorbereiden kerntaak 2

• BSP apothekersassistenten
• MBO
• Studiejaar 1-3

Voorbereiden kennisexamen 

Kerntaak 2

Rondvraag

Vragen ?

Heeft er iemand een casus vanuit de praktijk? 

Van welke casus heb jij veel geleerd? 

Achtergrond informatie gnm + patiënt+ evt. zz

Welk ziektebeeld is er sprake, is dit af te leiden uit de medicatie? Welke leefstijladviezen zijn van belang. 

Dit is leerzaam om verbanden te leggen, daarnaast mooie voorbereiding KZD Spec. doelgroepen. 

Programma van deze les  

• Voorbereiden
• Toepassen
• ........
•  Evalueren

 

Lesdoelen van vandaag:

- Ik weet wat ik kan verwachten tijdens het kennisexamen en de PvB

- Ik weet waar ik nog aandacht aan dien te besteden ter voorbereiding.

- Ik kan de theorie toepassen in een casus

Geen specifieke leerdoelen meer. Alles nu ter voorbereiding, afgestemd op jou vragen/behoefte. 

Met namen ruimte om de theorie praktisch toe te passen. 

Doel lijkt nog misschien onbereikbaar.

Bij de vraag van de patiënt heb je nog niet voldoende informatie om een goed advies te geven. Ga dus eerst informatie inwinnen.

Bij zwangere vrouwen en kinderen jonger dan 2 jaar: geen mebendazol als zelfzorg adviseren, maar alleen niet-medicamenteuze maatregelen. Verwijs de klant naar de huisarts als medicamenteuze behandeling toch gewenst is. Behandel het hele gezin als de aarsmaden steeds terugkomen en overweeg dit als meerdere gezinsleden last hebben van aarsmaden.

Hoelang? Is de infectie ontstaan na een verblijf in een warm, vochtig (sub)tropisch land met slechte hygiënische omstandigheden? Alleen aarsmaden zz. 

Er kunnen namelijk op het moment van de eerste behandeling nog eitjes aanwezig zijn die tot 14 dagen daarna nog besmettelijk zijn. Deze eitjes kunnen voor een herbesmetting zorgen. Als 2 weken na de tweede dosis mebendazol nog steeds wormen aanwezig zijn, adviseer de klant dan naar de huisarts te gaan.

Hygiënische maatregelen

Handdoeken, lakens, nachtkleding en ondergoed wassen bij ten minste 60 °C.

Beddengoed en nachtkleding voorzichtig opnemen en buiten uitslaan.

Slaapkamer en leefruimten elke dag stofzuigen en schoonmaken, denk aan deurknoppen, wc-bril, kastdeuren, speelgoed enz.

Casus: vrouw van 40 jaar vraagt om een sterke pijnstiller tegen de hoofdpijn. Ze denkt dat het spanningshoofdpijn is.
Wat zijn de kenmerkende symptomen van spanningshoofdpijn ?

1. Een eenzijdige, bonzende pijn
2. Drukkende of knellende pijn aan beide zijden van het hoofd
3. Pijn achter het oog, vaak gepaard met roodheid
4. Hoofdpijn gepaard met misselijkheid en overgevoeligheid voor licht

Hoofdpijn in de zelfzorg

Alleen spanningshoofdpijn, lichte vormen van migraine, hoofdpijn bij verkoudheid en griep, bijholtepijn en andere vormen van hoofdpijn zoals een kater komen in aanmerking voor zelfzorg.

Klachten: constante of aanvalsgewijze hoofdpijn

Soorten hoofdpijn met kenmerkende symptomen

•  Spanningshoofdpijn: tweezijdige, lichte tot matige, drukkende of knellende hoofdpijn, vaak gepaard gaande met een verhoogde spierspanning.

• Migraine: meestal eenzijdige, bonzende, matige tot heftige hoofdpijn, vaak overgevoeligheid voor licht en geluid, misselijkheid en braken, soms een aura.

• Clusterhoofdpijn: eenzijdige, zeer heftige hoofdpijn rondom het oog met variabele klachten (bijvoorbeeld scherp, brandend of juist knellend), vaak 's nachts en vaak gepaard gaande met oogklachten, een verstopte neus of loopneus, zweet in het gezicht, onrust en bewegingsdrang.

• Medicatieovergebruikshoofdpijn: verergering van spanningshoofdpijn of migraine, vermoeidheid, misselijkheid, snel geïrriteerd, concentratiestoornissen, rusteloosheid, angst en depressie.

Naast spanningshoofdpijn, migraine, clusterhoofdpijn en medicatieovergebruikshoofdpijn komen ook hoofdpijn bij verkoudheid en griep, bijholtepijn en hoofdpijn bij een kater vaak voor. Hoofdpijn kan verder nog een bijwerking zijn van een medicijn.

Het is belangrijk dat je navraagt welke gnm zij gebruikt, sommige gnm hebben namelijk hoofdpijn als bijwerking.
Welke gnm kunnen hoofdpijn als bijwering geven?

1. calciumantagonisten, nitraten
2. Diuretica en nitraten
3. Statines, bètablokkers
4. Statines, diuretica

calciumantagonisten, nitraten en andere vasodilatantia, bètablokkers, indometacine, mefloquine, dopaminerge stoffen en sommige middelen tegen depressie.

VASODILATANTIA BIJ HYPERTENSIE

Minoxidil, Nitroprusside

VASODILATANTIA BIJ PULMONALE HYPERTENSIE

Ambrisentan,Bosentan, Epoprostenol

Iloprost, Macitentan, Riociguat, Selexipag

Stikstofoxide,Treprostinil

Statines =Cholesterolsyntheseremmers: atorvastatine, fluvastatine, lovastatine, pravastatine, rosuvastatine en simvastatine. atorvastatine, fluvastatine, lovastatine, pravastatine, rosuvastatine en simvastatine.

Mevrouw vraagt om een sterke pijnstiller.
Welke medicamenteus advies geef je haar ?

1. Ibuprofen 200 mg, 4x per dag 1 dragee
2. Ibuprofen 400 mg, 4x per dag 1 dragee
3. Paracetamol 500mg, 3 keer per dag 1 tablet
4. Paracetamol 500mg, 3 keer per dag 2 tabletten

Welke niet medicamenteuze adviezen geef je mevrouw mee ?

1. Eet voldoende afwisseld en drink minimaal 1,5 -2 liter water
2. Zorg voor een goede opwarm- en afkoelperiode , waarin ook rek- en strekoefeningen worden gedaan.
3. Zorg dat je in het weekend op tijd op staat en cafeïne nuttigt.
4. Zorg voor voldoende; frisse lucht, nachtrust, lichamelijke ontspanning en sport en regelmaat.

Zorg voor voldoende; frisse lucht, nachtrust,  lichamelijke ontspanning en sport en regelmaat. 

Niet medicamenteuze adviezen

- Vermijd eventuele uitlokkende factoren

Zorg voor voldoende frisse lucht, voldoende nachtrust en regelmaat, voldoende lichamelijke ontspanning en sport.  

- Tegen spanningshoofdpijn helpen vaak ontspanningsoefeningen, yoga, nek- en schoudermassage, verminderen van stress en aanpassingen voor een betere lichaamshouding op het werk. Eventueel een kruik of warme kersenpittenzak in de nek.

- Weekendhoofdpijn;  minder coffeïne bevattende producten te consumeren door de week, of een combinatie van vroeger opstaan, tijdig ontbijten en evenveel coffeïne bevattende producten te consumeren als door de week (o.a. koffie en thee).

- Veel water drinken na het gebruik van alcohol. 

- Laat de ogen opmeten. 

- Bezoek de tandarts. 

Omdat de afbraakproducten van alcohol wordt beweerd dat ze vochtafdrijvend werken, wordt wel aangeraden om na gebruik van veel alcohol vóór het slapengaan een flink glas water te drinken. Dit zou de kans op een kater kunnen verminderen.

Omdat pijn rond de ogen of in het voorhoofd kan ontstaan wanneer het gezichtsvermogen achteruitgaat of bij een verkeerde bril kan een bezoek aan de opticien of de oogarts worden aangeraden.

Bij gebitsproblemen kan het advies zijn om het gebit te laten bekijken door de tandarts. Soms veroorzaakt een slecht gebit door ontstekingen hoofdpijn.

Wanneer dien je patiënt met hoofdpijn naar de huisarts te verwijzen ?

1. Wanneer de patiënt ouder dan 6 jaar is.
2. Wanneer de patiënt ook diabetes heeft.
3. Wanneer de patiënt diuretica gebruikt
4. Wanneer de patiënt zwanger is (>20 wkn) en aanhoudende hoofdpijn heeft.

Kinderen jonger dan 6 jaar altijd naar de huisarts verwijzen, bij zwangeren verwijzen naar de huisarts bij toenemende hoofdpijn na week 20 van de zwangerschap, boven de 50 jaar verwijzen bij een nieuw ontstane, onbekende hoofdpijn.

WANNEER NAAR DE HUISARTS VERWIJZEN?

• Kinderen jonger dan 6 jaar altijd verwijzen.
  

Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar

• Als de hoofdpijn ondanks genomen maatregelen niet verdwijnt of snel terugkeert.
  
• Bij hoofdpijn die gepaard gaat met ernstige sufheid of verwardheid.
  
• Als de klant buiten bewustzijn is geweest.
  
• Bij hoofdpijn die ontstaat door een ongeluk of een harde klap op het hoofd.
  
• Bij (aanhoudende of frequente) hoofdpijn in de laatste 3 maanden van een zwangerschap, vanwege een mogelijke zwangerschapsvergiftiging.
  
• Bij kinderen die vaak hoofdpijn hebben en/of als zij door hoofdpijn minder goed functioneren op school.
  
• Bij alle vormen van hoofdpijn die de klant verontrustend, anders en ernstiger dan andere keren ervaart.
  
• Bij medicatieovergebruikshoofdpijn.

Wat is het verschil tussen seizoensgebonden en niet seizoensgebonden allergie ?

Allergie is een overdreven reactie door het immuunsysteem.

Allergie voor pollen (hooikoorts, allergische rhinitis of seizoensgebonden allergische rhinitis genoemd).

Allergie veroorzaakt door allergenen zoals huisstofmijt, huidschilfers van dieren, kakkerlakken en schimmelsporen zijn niet seizoensgebonden en kunnen het hele jaar door de typische symptomen van overgevoeligheid geven. 

Wanneer adviseer je iemand om vitamine D 400 IE druppels te gebruiken ?

Extra inname van 10 µg =400 IE vit. D/dag  wordt geadviseerd voor:

- Kinderen jonger dan 4 jaar.

- Volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar met een getinte of donkere huidskleur.

- Volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar die onvoldoende buiten komen.

- Volwassenen en kinderen vanaf 4 jaar die buiten lichaamsbedekkende kleding (sluier of boerka) dragen.

- Zwangere vrouwen.

- Vrouwen vanaf 50 jaar.

- Mannen vanaf 70 jaar.

Een tekort aan Vit. D leidt tot ...?

1. Osteoporose
2. Spierproblemen
3. Rachitis = Engelse ziekte
4. Alledrie de antwoorden zijn juist

Vitamine D is nodig voor de groei, de botten, het gebit en de spieren.

Een tekort aan vitamine D leidt tot rachitis (= Engelse ziekte) bij kinderen en tot osteoporose, botbreuken en spierproblemen bij volwassenen.

Bij zwangere vrouwen kan onvoldoende vitamine D het risico op een kindje met een te laag geboortegewicht vergroten.

Voldoende calciuminname is belangrijk voor de werking van vitamine D. Het advies is om 4 porties zuivelproducten per dag te gebruiken. Indien dit niet gebeurt kan extra inname van calcium nodig zijn, bij voorkeur door de dagelijkse inname via voedsel te verhogen.

Wanneer heeft adviseer je 20 µg vitamine D per dag ?

1. Iedereen vanaf 50 jaar
2. Iedereen vanaf 65 jaar
3. Iedereen vanaf 70 jaar
4. Iedereen vanaf 75 jaar

20 µg  = 800 IE vit. D /dag vanaf voor alle mannen en vrouwen vanaf 70 jaar.

Welke advies geef je bij een schaafwond ?

- Bloeden stelpen, evt.dmv druk uitoefenen met schoon verband of arm omhoog houden.

- Ontsmetten met lauwwarm kraanwater, is dat niet aanwezig dan ontsmettingsmiddel (chloorhexidine of povidonjodium).

-Verwijder vuil met een in water gedrenkt gaasje. Grotere stukken met pincet.

- Laat de schaafwond aan de lucht drogen. Bij schuren met kleding evt. afdekken. 

Adviezen bij schaafwonden

- Bloeden proberen te stoppen

- Spoelen met kraanwater anders ontsmettingsmiddel

- Vuil verwijderen met gaasje met water

- Aan de lucht laten drogen; eventueel afdekken

Bloedt stelpen, oefen evt. wat druk uit op de wond met een schoon verband. Houd arm of been eventueel hoog.

Spoel een (bijna) droge schaafwond 1-2 minuten met lauwwarm kraanwater. Is er geen water in de buurt? Ontsmet de schaafwond dan met chloorhexidine of povidonjodium.

Verwijder vuil met een in water gedrenkt gaasje. Grotere zandkorrels of steentjes die niet met water wegspoelen, kunnen met een gesteriliseerde pincet worden verwijderd.

Laat de schaafwond aan de lucht drogen. Eventueel kan een pleister worden aangebracht, bijvoorbeeld om schuren van kleding te voorkomen.

Wanneer bij schaafwond naar de arts?

• Bloeden stopt niet ; meer vocht uit de wond
• Bepaalde bewegingen niet kunnen maken
• Veel pijn
• Wond in aanraking met straatvuil, aarde of mest
• Mogelijk HIV of hepatitisinfectie
• Schaafwond steeds roder, pijnlijker, pus
• Bij ook koorts of ziek zijn

Als de wond in aanraking is geweest met straatvuil, aarde of mest. Er kan tetanusprofylaxe nodig zijn.

Tetanusprofylaxe nodig wanneer iemand niet gevaccineerd is (anders tot je 20e beschermd)  of als dit meer dan 10 geleden is tegen tetanus. 

Als de schaafwond blijft lekken dek je deze af met...?

1. Betadinepleister
2. Eilandpleister
3. Zalfgaas met absorberend compres en fixatiemiddel
4. Je raadt aan de huisarts te raadplegen

Dek de wond af met een zalfgaas als er wondvocht of bloed uit blijft lekken. Dek het zalfgaas af met een absorberend kompres en bevestig dit met een pleister of fixatiewindsel. Vervang het zalfgaas en absorberend kompres dagelijks tot de wond niet meer lekt.

Welk advies geef jij bij reisziekte ?

Oorzaken; onregelmatige of ritmische bewegingen waarbij het evenwichtsorgaan en de ogen tegenstrijdige signalen geven, waardoor klachten ontstaan.

De reisduur is van belang vanwege de werkingsduur van de verschillende middelen.

-Cinnarizine: 30 minuten tot 2 uur voor vertrek tijdens de maaltijd, bij een langdurige reis gevolgd door 25 mg na 6-8 uur.

-cinnarizine met chloorcyclizine oraal: ten minste 30 minuten voor vertrek tijdens de maaltijd, bij een langdurige reis zo nodig na 6-8 uur herhalen (maximaal 3x per dag 1 tablet).

-Meclozine: Niet gebruiken bij overgevoeligheid, bij mictieklachten en bij de ziekte van Sjögren; dit geneesmiddel heeft een negatieve invloed op de rijvaardigheid (cat II), ontraad de klant te gaan autorijden tot en met 24 uur na inname.

Dosering oraal: Volwassenen: 25 mg 1 tot 2 uur voor vertrek, zo nodig na 6-8 uur herhalen. De werking begint na 1-2 uur en houdt 8 uur aan. Zwangerschap/borstvoeding: mag zonder bezwaar worden gebruikt tijdens de zwangerschap. Als borstvoeding wordt gegeven, niet adviseren als zelfzorg.

Medicatie:

- Medicijnen die het reactievermogen kunnen verminderen: ook de antihistaminica tegen reisziekte werken versuffend, waarschuw hiervoor.

De effecten op het reactievermogen en het coördinatievermogen van deze middelen kunnen elkaar versterken.

- Medicijnen met anticholinerge bijwerkingen: adviseer dan geen meclozine.

- Medicijnen tegen mictieklachten of het syndroom van Sjögren: adviseer dan geen meclozine.

- Medicijnen tegen de ziekte van Parkinson: adviseer dan geen cinnarizine.

Welk advies geef jij bij oorpijn bij een kind van 6 jaar ?

1. Paracetamol
2. Otagal oordruppels
3. Xylometazoline 0,5 mg/ml
4. Xylometazoline 1 mg/ml

 Paracetamol Kinderen 6-8 jaar (22-30 kg): 240-250 mg per keer, zo nodig 4-6x per dag.

Wat is de werking van xylomethazoline met ipratropium ?

1. Je kunt beter ademhalen
2. Het vermindert de zwelling van het neusslijmvlies.
3. Het mindert de zwelling en er wordt minder neusvocht uitgescheiden
4. Het vermindert het uitscheiden van neusvocht.

Xylometazoline: vermindert de zwelling van het neusslijmvlies

ipratropium: vermindert de neussecretie.

Wanneer verwijs je iemand met koorts naar de huisarts

1. Als de koorts na 5 dagen niet over is.
2. Bij hart- of longaandoening, diabetes mellitus of verminderde nierfunctie.
3. Bij kortademigheid en sufheid
4. Ouder dan 75 jaar met een zieke indruk.

Koorts = temp. > 38 °c 

Naar de huisarts:

-Ouder dan 75 jaar, met een zieke indruk.

-Bij kortademigheid of sufheid.

-Als de klant erg weinig drinkt of plast.

-Als de koorts na 5 dgn nog niet over is.

-Als de koorts weg is geweest en na een paar dagen terugkomt.

-Bij hart- of longaandoening, diabetes mellitus of verminderde nierfunctie.

-Bij verminderde afweer, of een aandoening waarbij infectie gevaarlijk is.

-Als de klant de afgelopen 4 weken in de tropen is geweest

Welke uitspraak over luizen is waar ?

1. Hoofdluizen gaan van de ene op de andere persoon over door over te springen.
2. Hoofdluis heeft te maken met slechte hygiëne.
3. Een behandeling met dimeticon dient op dag 8 herhaald te worden
4. Wanneer je dimeticon gebruikt hoef je niet de nat-kammethode te gebruiken.

Hoofdluizen gaan van de ene op de andere persoon over door direct haar-haarcontact. Ze kunnen niet springen of vliegen.

Het hebben van hoofdluis heeft niets te maken met slechte hygiëne. Integendeel, luizen voelen zich prettig op schoon, pas gewassen haar.

Na ongeveer 7 dagen komen de nimfen uit de neten en blijven de lege neten aan het haar vastgeplakt zitten. De ontwikkeling van nimf tot volwassen luis duurt 7-10 dagen. Daarom op dag 8 herhalen. Dimeticon lotion

Vormt een afsluitend laagje over de luis waardoor deze verstikt.

De mogelijkheid bestaat dat er na toepassing van het middel nog enkele levende neten aanwezig zijn. Door het haar vanaf de eerste behandeldag gedurende 2 weken dagelijks nat te kammen met een luizen- of netenkam, kunnen de larven die uit de eventueel overlevende neten zijn gekomen, onmiddellijk worden verwijderd. Het hele gezin moet kort achter elkaar worden gekamd om overloop van de luizen van de ene naar de andere persoon te voorkomen. Het dagelijks kammen met een luizen- of netenkam is zeer belangrijk voor het slagen van de behandeling. Dit blijkt ook uit het advies van de LCI. Helaas staat dit niet altijd duidelijk in de bijsluiter. 

Op welke manier zou jij waterpokken willen omschrijven

Rode bultjes die veranderen in blaasjes met heldere inhoud; drogen in tot korstjes.

Eerst hoofd (ook slijmvliezen en onderhaar), romp; dan hele lichaam maar vooral hoofd, jeuken hevig.

Mazelen: dikke rode vlekken; voelt als schuurpapier; verbleken na enkele dagen Eerst bij oren en haargrens, dan gezicht, dan romp, na 2 dagen armen en benen Soms een beetje jeuk. 

Rode hond: rozerode, losse kleine dikke plekjes die later samenvloeien Eerst gezicht, dan romp, na 2 dagen armen en benen Soms jeuk. 

Welke medicamenteus advies geef je bij jeuk bij open blaasjes/wondjes ?

1. Calendulan Kinderemulsie
2. HeltiQ Waterpokken
3. VSM Waterpokken Spray
4. Alle antwoorden zijn juist

Eerstekeuzemiddelen bij jeuk, ook op open blaasjes/wondjes

-Carbomeerwatergel

-Kidsclin Coolmousse

-VSM Waterpokken Spray

Werken verzachtend en verkoelend. Voor extra verkoelend effect kunnen de mousse of spray in de koelkast worden bewaard.

Eerstekeuzemiddelen bij jeuk, niet op open blaasjes/wondjes

-Calendulan Kinderemulsie

-HeltiQ Waterpokken (gel en zemelenextract)

Werken verzachtend en verkoelend.

Dosering cutaan: naar behoefte aanbrengen, meestal 2-3x per dag.

Welke niet medicamenteus advies kun je geven bij jeuk ?

Niet-medicamenteus advies bij jeuk

Knip de nageltjes en houd deze schoon om openkrabben en infecties te voorkomen. Laat het kind eventueel slapen met (verband-)handschoentjes of wantjes en een dunne pyjama met lange mouwen en pijpen.

Als het kind veel last van jeuk heeft, kunnen verzachtende en verkoelende middelen worden geadviseerd, of op kleine plekjes pijn- en jeukstillende middelen, zie bij Medicamenteus advies.

Waarvoor wordt Sint Janskruid gebruik ?

1. Bij maagklachten
2. Bij milde depressieve klachten
3. Ter ondersteuning van dementie
4. Ter ondersteuning van psychose

Sint-janskruid = UA kan worden meegegeven als er sprake is van alle hieronder genoemde punten.

- De klant heeft milde tot matige depressieve klachten, die niet samenhangen met een chronische aandoening zoals diabetes, hypothyreoïdie, ziekte van Parkinson, dementie of psychosen.

- De klant wil graag sint-janskruid of iets plantaardigs tegen de klachten gebruiken.

- De klant heeft geen (relatieve) contra-indicaties of interacties (o.a. hormonale anticonceptie), is niet zwanger en geeft geen borstvoeding.

Controleer op interacties en contra-indicaties. 

Welke vraag dien je te stellen bij een vervolg uitgifte van Sint Janskruid ?

1. Heeft het middel de voorgaande keer goed gewerkt?
2. Heeft de klant last gehad van bijwerkingen?
3. Is er iets veranderd in de gezondheidssituatie van de klant?
4. Alledrie de vragen dien je te stellen.

Lever sint-janskruid voor niet meer dan 6 weken af; zodat daarna het effect kan worden geëvalueerd.

Is er iets veranderd in de gezondheidssituatie van de klant (nieuwe aandoeningen of medicijnen)? 

Geef jij een NSAID als pijnstiller mee in de zelfzorg bij een klant van 71 jaar ?

Ja

Nee

Bij ouderen vanaf 70 jaar: geef geen NSAID als zelfzorgmiddel mee vanwege een verhoogd risico op maagbloedingen, andere maagklachten, nieraandoeningen en hart- en vaataandoeningen. 

Wat is het verschil tussen eczeem op de voet en voetschimmel?

De verschijnselen van voetschimmel beginnen vaak in de ruimte tussen de vierde teen en de kleine teen. Na infectie met de schimmel volgt een ontstekingsreactie van de huid.Schilfering van de huid treedt vooral op tussen de tenen, maar soms ook op de voetzool en de zijkanten van de voet. Op de voetzool of zijkant van de voet ontstaan dan rode schilferende plekken, die gepaard kunnen gaan met blaasjes. De huidschilfertjes zijn grijs-wit of wit van kleur.Wanneer roodheid van de huid of blaasjes aan de bovenkant en/of zijkant van de voet voorkomen, kan er ook sprake zijn van een allergie of eczeem. Vaak is er ook sprake van jeuk. Het onderscheid tussen een schimmelinfectie, eczeem en allergie is moeilijk te maken. De klant dient bij deze verschijnselen verwezen te worden naar de huisarts.

Wat is het eerste keuzemiddel stap 2 bij maagklachten ?

1. Algeldraat/magnesiumzout
2. Antacidumcombinaties met calciumcarbonaat
3. Ranitidine
4. Esomeprazol

1e keuze stap 2 bij maagklachten:

Ranitidine

1e keuze stap 3 bij maagklachten (kortdurend): Esomeprazol

Voor verlichting van de klachten komt een aantal medicijnen voor zelfzorg in aanmerking: antacida, H2-antagonisten en protonpompremmers. Antacida neutraliseren het maagzuur. H2-antagonisten en protonpompremmers remmen de productie van maagzuur. De mate van zuurremming is het laagst met antacida. De H2-antagonisten zorgen voor een hogere mate van zuurremming. De mate van zuurremming is het hoogst met protonpompremmers. Adviseer bij maagklachten om te starten met een antacidum en de mate van zuurremming zo nodig op te hogen.

Welke niet medicamenteuze adviezen geef je bij maagklachten ?

Vermijd voedsel en dranken die de klachten geven.

Stop met roken.

Denk aan de druk in de buik.

Bed evt. omhoog.afhankelijk van de oorzaak.

Voor de toets ......

ben ik nu goed voorbereid

weet ik wat ik nog moet leren

ik heb eigenlijk geen idee, zie het wel

eigen mening...

Waar wil jij nog uitleg over ontvangen ?