2 La vie au collège

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

regelmatige ww-er, avoir, être

Tekst

Nodig vandaag.

aantekenschrift

werkboek 

laptop en oortjes 

pennen 

agenda

Mes parents (aimer) jouer au tennis.

1. aime
2. aimons
3. aimez
4. aiment

Pierre et Marie (regarder) la télé

1. regarde
2. regardons
3. regardez
4. regardent

Tu ( adorer) les jeux video?

1. adore
2. adores
3. adoret
4. adorent

Paul (être) un garçon de 14 ans.

1. est
2. suis
3. es
4. êtes

Ma mère (être) très sévère

1. es
2. est
3. suis
4. sont

Paul (avoir) 14 ans.

1. ai
2. as
3. a
4. ont

Oefening bespreken

Bespreek oefening 14 op blz 55  in 2-tallen 

Zorg dat je samen het zelfde antwoord hebt en dat je kan uitleggen waarom dat het goede antwoord is.

Werkwoorden op -er  chanter

je

tu

il

elle

on

nous

vous

ils

Wat nu? 

 Ga naar blz 56 in je WB en naar de site van Grandes Lignes

Luister naar de Phrases Clés (bron D chapitre 2)

Zeg de zinnen na (oortjes in en nazeggen) 

Daarna oefenen met de zinnen

Regardez le vocabulaire du chapitre 1 pour les verbes en -er

Maak drie zinnen met een regelmatig werkwoord.

Laat de mooiste twee zinnen van jouw groepje zien