Les 32 2H schooljaar 2024/25 (kw 5)

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hallo Klasse 2H1

Slide 2 - Diapositive







  • blok 3- was ist neu?
  • blok 4- Ziele
  • Lernziele für diese Woche
  • Hausaufgaben

  • Wien L1 & L2
  • Proefwerk 2








Slide 3 - Diapositive

Block 3- Was ist neu?
  • studiewijzer t/m einde van het schooljaar
  • week-les via e-mail
  • voorbereiding op blok 4 -toetsen
  • Keuze maken- bewerken of niet...
  • huiswerk: online en op papier
  • Proefwerk 3 in KW 15 (blok 4)


Slide 4 - Diapositive

Block 4- Ziele
kijk- en luistertoets KW 21

leesvaardigheden-toets KW 26 (toetsweek4)

Slide 5 - Diapositive

Lernziele für diese Woche
  1. Je kunt in informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen.
  2. Je kunt in een zin de eerste en de vierde naamval bepalen.
  3. Je kunt de uitgangen van de eerste en de vierde naamval toepassen bij woorden van de der-groep en de ein-groep.
  4. Je kunt de ch, chs en ig juist uitspreken.
  5. Je weet wie je met du en wie met Sie aanspreekt.

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk
HAUSAUFGABEN:

Bis Montag 3. Februar online afmaken!
S. 101 Aufg. 7 
S. 106 Aufg. 14, 15, 16
S. 112 Aufg. 8

Lernbox 1 & 2 lernen S. 140








Slide 7 - Diapositive

Kapitel 3- Wien
L1 & L2

Slide 8 - Diapositive

Grammatik C - Du oder Sie?

Slide 9 - Diapositive

Grammatik: Du oder Sie?

Slide 10 - Diapositive

Hoe spreek je de volgende persoon aan?

Je tante uit Duitsland
A
du
B
Sie

Slide 11 - Quiz

Hoe spreek je de volgende persoon aan?

Het buurmeisje van je Duitse neef.
A
du
B
Sie

Slide 12 - Quiz

Hoe spreek je de volgende persoon aan?

Een oudere man op straat.
A
du
B
Sie

Slide 13 - Quiz

Hoe spreek je de volgende persoon aan?

de leraar
A
du
B
Sie

Slide 14 - Quiz

Hoe spreek je de volgende persoon aan?

Een winkelmedewerkster van 18
A
du
B
Sie

Slide 15 - Quiz

Aussprache

Slide 16 - Diapositive

"chs" - "-ig" - "sch-"
 
-chs
klinkt als "ks" 
Fuchs - sechs - Wechsel

-ig
klinkt als "ch"
König - zwanzig - wenig

sch-
klinkt als "shj"
schon - schön - schimpf

Slide 17 - Diapositive

Und jetzt....
    üben, üben, üben !!!
S. 108 Aufg. 2
S. 109 Aufg. 3, 4

Slide 18 - Diapositive

1e en 4e naamval 
weten we het nog? 
1e naamval = ? 
4e naamval = ? 

Slide 19 - Diapositive




In de volgende slides begin ik met de Der-Gruppe

Erna volgt de                                               Ein-Gruppe

Beiden vormen een belangrijke basis 

Slide 20 - Diapositive

Der-Gruppe 

Der = m/ Die = v / Das = o / Die = mv
Dies- / Jed- / Manch- / Welch-

Slide 21 - Diapositive

Voorbeelden 
Der Mann
Dieser Mann
Die Frau 
Welche Frau 

Slide 22 - Diapositive

Ein-Gruppe
Zoals in het Nederlands: een/mijn/jouw/geen enz..
Maar in het Duits:
Ein / kein / mein / dein / sein / ihr / unser / euer / ihr / Ihr 

Slide 23 - Diapositive

Voorbeelden
Ein Auto (o)
Mein Auto
Eine Mütze (v)
Unsere Mütze 

Slide 24 - Diapositive

1e en 4e naamval

Slide 25 - Diapositive

Verder met 1e en 4e naamval
De 1e naamval = het onderwerp in de zin. Kan een persoon zijn, kan een zelfstandig naamwoord zijn

Pieter heeft zijn huiswerk gemaakt. 
Pieter = 1e naamval

Slide 26 - Diapositive

Nominativ
manier 2: HIJ
 Het onderwerp kun je vervangen door hij.

De man heeft een auto gekocht.
Hij heeft een auto gekocht. Hij = Subjekt

Slide 27 - Diapositive

1e naamval in een Duitse zin


(deze)            ...     Schaf (o) ist wirklich sehr freundlich 

Slide 28 - Diapositive

4e naamval 
De 4e naamval = het lijdend voorwerp in de zin

Sara hat ihre Hausaufgaben gemacht 
Hausaufgaben = 4e naamval

Slide 29 - Diapositive

Akkusativ
manier 2: HEM
Het deel van de zin dat je door hem kunt vervangen is het lijdend voorwerp.
De man heeft een auto gekocht.
HIJ heeft HEM gekocht.
de auto is het lijdend voorwerp

Slide 30 - Diapositive

Der-Gruppe in 4e naamval
den/die/das/die

diesen/diese/dieses/diese
welchen/welche/welches/welche
enz...

Slide 31 - Diapositive

Ein-Gruppe 4e naamval
einen/eine/ein/eine
deinen/deine/dein/deine
enz. enz

Slide 32 - Diapositive

HIJ/ HEM- regel

Slide 33 - Diapositive

Bepaal van de volgende zinnen gezegde en onderwerp = Nominativ
  1. Mein Vater hat die Milch gesucht.
  2. Die Eltern wollen den Arzt anrufen.
  3. Mein Lehrer hat mir die Aufgabe erklärt.
  4. Einen Fußball kann ich dir nicht schenken.
  5. Heute haben wir die Straßenbahn genommen.
  6. Könnt ihr euren Garten beschreiben?

Slide 34 - Diapositive

Bepaal van de zinnen Nominativ & Akkusativ
  1. Mein Vater hat die Milch gesucht.
  2. Die Großeltern verstehen ihre Enkelkinder nicht.
  3. Einige Touristen suchen eine Apotheke.
  4. Welche Unterkunft habt ihr gefunden?
  5. Seine Unterschrift kann ich nicht lesen.
  6. Meine Mutter hat die Heizung repariert.

Slide 35 - Diapositive

Und jetzt....
    üben, üben, üben !!!
S. 103 Aufg. 9
S. 104 Aufg. 10
S. 105 Aufg. 13

Slide 36 - Diapositive

Proefwerk bespreken
>8 Compliment aan :
Adam
Isa
10 OV
6,0
7,8 & 7,9: Teun, Stach, Wendy

Slide 37 - Diapositive

Noch Zeit?
Lernen 
Lernbox 1 & 2 
Seite 140

Slide 38 - Diapositive

Fragen? fragen!

Slide 39 - Diapositive

Tschüss, bis zum nächsten Mal!

Slide 40 - Diapositive