3.5 Spierweefsel, 3.6 zenuwweefsel 3.7 herstel

Vandaag: spierweefsel, zenuwweefsel, weefselvorming en/of herstel
3.5
3.6
3.7

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vandaag: spierweefsel, zenuwweefsel, weefselvorming en/of herstel
3.5
3.6
3.7

Slide 1 - Diapositive

Zijn er vragen over de vorige les ?

Slide 2 - Question ouverte

Korte herhaling vorige week 
soorten weefsels 

Slide 3 - Diapositive

Een ander woord voor bindweefselcellen:
A
Fibroblasten
B
adipocyten
C
mastocyten
D
plasmocyten

Slide 4 - Quiz

De opperhuid wordt verzorgt door
A
(onderhuids) bindweefsel
B
steunweefsel
C
zenuwweefsel
D
spierweefsel

Slide 5 - Quiz

Verhoornend epitheel komt voor aan droge oppervlakten die te lijden hebben aan slijtage
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

In de luchtpijp zie je
A
trilhaarcellen
B
epitheelcellen
C
plaveiselcellen
D
bindweefselcellen

Slide 7 - Quiz

3.5 Spierweefsel 
spierweefsel: groep weefsels die ervoor zorgt dat het lichaam bewegingen uit kan voeren 
- stevigheid aan het lichaam

Slide 8 - Diapositive

Spierweefsel 
kan samentrekken (contraheren)
ontspannen
Goede aanvoer van O2 en voeding
Afvoer van afvalstoffen

Slide 9 - Diapositive

3 soorten cellen gespecialiseerd in samentrekken 

* dwarsgestreepte spiercellen
* gladde spiercellen
* hartspiercellen 

Slide 10 - Diapositive

Spiervezels, onder te verdelen in :
- dwarsgestreept spierweefsel/ skeletspierweefsel
- glad spierweefsel
- hartspierweefsel

Slide 11 - Diapositive

Dwarsgestreept spierweefsel (skeletspierweefsel)
aan botten van skelet 
Zorgen ervoor dat botten bewegingen kunnen uitvoeren 
- met behulp van pezen aan botten vastgehecht 
* willekeurig spierweefsel (ook ademhalen)

Slide 12 - Diapositive

Dwarsgestreept spierweefsel 
voordeel;kan snel reageren  werken 
nadeel: weefsel is snel vermoeid 

Slide 13 - Diapositive

Glad spierweefsel 
in de wanden van holle organen zoals maag, darmen, bloedvaten, urineleiders en blaas
* Staat niet onder controle van de wil 
onwillekeurig spierweefsel: kan uit zichzelf samentrekken en ontspannen

Slide 14 - Diapositive

Glad spierweefsel 
Nadeel: samentrekken gaat veel trager dan bij dwarsgestreept
Voordeel: het is onvermoeibaar 

Slide 15 - Diapositive

Spiercellen zijn langgerekte cellen met draden die kunnen samentrekken: dit noem je
A
spiervezels
B
osteoblasten
C
osteoclasten
D
substantia compacta

Slide 16 - Quiz

Een voorbeeld van gebruik dwarsgestreept spierweefsel is: het maken van een salto
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een voorbeeld van glad spierweefsel is de slokdarm die het voedsel naar de maag transporteert
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Hartspierweefsel 
komt alleen in de hartwand voor
- hartspiercel heeft 1 kern 
- staat niet onder controle van je wil (niet op commando je hart sneller laten kloppen)

Slide 19 - Diapositive

3.6 zenuwweefsel 
zorgt voor contact tussen weefsels en organen 
boodschappen (systeem)
Impuls: elektrische prikkels 
2 soorten cellen:
zenuwcellen en steuncellen 

Slide 20 - Diapositive

Zenuwweefsel
bevindt zich in de hersenen en het ruggenmerg (= Centrale zenuwstelsel)
(100 miljard zenuwcellen) 

Slide 21 - Diapositive

neuron(zenuwcel)
onderverdelen naar taken:
- ontvangende (dendrieten)
- geleidende (neurieten)
- overdragende (synapsen)

Slide 22 - Diapositive

Opbouw zenuwcel
Ontvangende deel: cellichaam en korte uitlopers (dendrieten)
ze vangen impulsen op
Geleidende deel: lange uitlopers (neurieten). signaal opgevangen door synapsen (eindknopen)of naar een andere cel of naar spier of klier 

Slide 23 - Diapositive

Myelineschede
De lange uitlopers worden omgeven door myelineschede (zitten cellen in die voor voeding en bescherming zorgen)
= isolatie 

Slide 24 - Diapositive

Soorten zenuwcellen 
gevoelszenuwcellen(sensorische)
bewegingszenuwcellen (motorische)
Schakelzenuwcellen (interneuronen)

Slide 25 - Diapositive

Zenuw =
Bundeling van lange uitlopers van zenuwcellen buiten het Centrale zenuwstelsel

Slide 26 - Diapositive

Steuncellen 
- bevinden zich tussen de zenuwcellen
- zorgen voor steun en voeding 
- bescherming tegen schadelijke stoffen
Cellen van Schwann: steuncellen die in perifere zenuwstelsel de lange uitlopers van de zenuwcel ondersteunen 

Slide 27 - Diapositive

3.7 Weefselvorming en/of herstel
1. Weefsels waarin cellen zich verdubbelen (huid, slijmvliezen, klieren en bindweefsel)
2. Weefsels waarin cellen zich kunnen vervangen en verdubbelen (lever en gladde spiercellen)
3. Weefsels die zichzelf niet kunnen vervangen en of verdubbelen ( zenuwcellen, skelet- en hartspieren) 

Slide 28 - Diapositive

Lees de begrippen door ! 
Maak de volgende opdrachten: (online: Thieme)
Thema 2 
2.3: Weefsels en organen 
Vraag 15-27
Succes !! 

Slide 29 - Diapositive