1VB: Ch.6 - Bron C + Bron D

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Bonjour!

Aujourd'hui

- Correction (leestekst)

- Bron C

- Wat handige zinnetjes....

- Bron D!

- Évaluation

Les buts

Aan het einde van deze les:

• kun je zelf handige zinnen maken die met route en wegwijzen te maken hebben
• kun je de weg vragen én de weg wijzen
• kun je vragen stellen in het Frans!

Pak je projectboekje erbij!

We beginnen met het maken van een paar zinnetjes!

Standaard zinsvolgorde Frans

bepalingen van plaats/tijd - Onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd

Dus... tijd (demain, hier, le weekend dernier) komt altijd helemaal VOOR af ACHTERAAN de zin. 

Daarnaast: Eerst het ZNW dan het BNW --> la fille créative

BWB - O - WW GZ - LV - MV - BWB

Traduis!
U gaat hier naar links.

Traduis!
U ziet links een park.

Traduis!
Eerst slaat u rechtsaf.

Traduis!
Je kunt winkelen in het winkelcentrum.

Correction ex. 10 + 11

Bron C - page 58

Vragen stellen

Bron D 

page 60

vraagzinnen maken + vraagwoorden

Een vraag stellen is heel simpel..

In het NL:                           Inversie:             Omkering O en PV

Het is dichtbij.                  ---->                    Is het dichtbij?

In het FR:                           vraagteken toevoegen

C'est tout près.                ---->                    C'est tout près?

Let op!

Wat je vaak tegenkomt in het Frans, is dat er bij het maken van een vraagzin "est-ce que" wordt toegevoegd.

"Est-ce que" betekent "is het zo dat...?" en heeft in zichzelf geen toegevoegde waarde of betekenis. Het wordt in het Frans vóóraan een vraagzin geplaatst. 

Bijv. Est-ce que c'est tout près?      --->       Is het dichtbij?

Vraagwoorden

Vraagwoorden worden veel gebruikt in Franse vraagzinnen. 

• Een vraagwoord zet je aan het begin of einde  van de zin. 
• De zinsvolgorde verandert verder niet.

Leer de volgende vraagwoorden uit je hoofd:

où = waar                    comment = hoe                 pourquoi = waarom

quand = wanneer   combien (de) = hoeveel 

qui = wie                     qu'est-ce que = wat

Exercices

Ga nu aan de slag met exercices 17 + 18.

Fini? Ga lekker Slim Stampen (phrases-clés C + grammaire D) of werk aan je script.

Évaluation:
Wat heb je vandaag geleerd?
Noem één lesonderdeel wat je zinvol vond en waarom:

Stelling:
"Ik heb een goed begin gemaakt voor mijn vlog!"

010