1VA: Ch.6 - Bron D

Bonjour!
Bonjour!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour!
Bonjour!

Slide 1 - Diapositive

Aujourd'hui
- Correction (projet 3)
- Bron D!
- Évaluation

Slide 2 - Diapositive

Les buts
Aan het einde van deze les:
  • kun je vragen stellen in het Frans!
  • ken je een aantal handige vraagwoorden in het Frans.

Slide 3 - Diapositive

Pak je projectboekje erbij!
We beginnen met het maken van een paar zinnetjes!

Slide 4 - Diapositive

Standaard zinsvolgorde Frans


bepalingen van plaats/tijd - Onderwerp - ww gezegde - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp - bepalingen van plaats/tijd

Dus... tijd (demain, hier, le weekend dernier) komt altijd helemaal VOOR af ACHTERAAN de zin. 
Daarnaast: Eerst het ZNW dan het BNW --> la fille créative


BWB - O - WW GZ - LV - MV - BWB

Slide 5 - Diapositive

In welke wijk/plaats ga je de vlog maken?
Zeg dit in het Frans.

Slide 6 - Question ouverte

Vertel:
Welke bezienswaardigheden zijn er in jouw wijk?

Slide 7 - Question ouverte

Vertel in het Frans:
Welke OV-voorzieningen zijn er in jouw wijk/plaats?

Slide 8 - Question ouverte

Vragen stellen
Bron D 
page 60

vraagzinnen maken + vraagwoorden

Slide 9 - Diapositive

Een vraag stellen is heel simpel..
In het NL:                           Inversie:             Omkering O en PV
Het is dichtbij.                  ---->                    Is het dichtbij?
In het FR:                           vraagteken toevoegen
C'est tout près.                ---->                    C'est tout près?

Slide 10 - Diapositive

Let op!
Wat je vaak tegenkomt in het Frans, is dat er bij het maken van een vraagzin "est-ce que" wordt toegevoegd.
"Est-ce que" betekent "is het zo dat...?" en heeft in zichzelf geen toegevoegde waarde of betekenis. Het wordt in het Frans vóóraan een vraagzin geplaatst. 

Bijv. Est-ce que c'est tout près?      --->       Is het dichtbij?

Slide 11 - Diapositive

Maak deze zin op twee manieren vragend:
C'est une belle maison.

Slide 12 - Question ouverte

Maak deze zin op twee manieren vragend:
Elle habite à Paris.

Slide 13 - Question ouverte

Vraagwoorden
Vraagwoorden worden veel gebruikt in Franse vraagzinnen. 
  • Een vraagwoord zet je aan het begin of einde  van de zin. 
  • De zinsvolgorde verandert verder niet.
Leer de volgende vraagwoorden uit je hoofd:
= waar                    comment = hoe                 pourquoi = waarom
quand = wanneer   combien (de) = hoeveel 
qui = wie                     qu'est-ce que = wat

Slide 14 - Diapositive

Exercices
Ga nu aan de slag met exercices 16e + 17 + 18.

Fini? Ga lekker Slim Stampen (phrases-clés C + grammaire D) of werk aan je script.
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Les devoirs
Faire: ex. 17 + 18
Apprendre:  Bron ABCD
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Évaluation:
Wat heb je vandaag geleerd?
Noem één lesonderdeel wat je zinvol vond en waarom:

Slide 17 - Question ouverte

Stelling:
"Ik heb een goed begin gemaakt voor mijn vlog!"
010

Slide 18 - Sondage