lijdend bedrijvend grammatica

BEDRIJVENDE EN LIJDENDE VORM 

NG/WG 3.4


VWO 2

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

BEDRIJVENDE EN LIJDENDE VORM 

NG/WG 3.4


VWO 2

Slide 1 - Diapositive

Maken van 3.4 opdr. 1 t/m 7, 10, 11

Slide 2 - Diapositive

Jara /laat/ de hond /uit.


Wat is het onderwerp? Jara

Jara doet iets-> ze laat de hond uit


Als het ONDERWERP de handeling verricht van het WG noem je de zin BEDRIJVEND of ACTIEF.


Slide 3 - Diapositive

De hond/ wordt/ door Jara/ uitgelaten.

Het onderwerp ondergaat de handeling (het uitlaten).

Als het ONDERWERP de handeling ondergaat, noemen we de zin LIJDEND of PASSIEF.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Omzetten bedrijvend ->lijdend (neem over in je schrift)
  • Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  • Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  • In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.

Slide 6 - Diapositive

Let op!

Als een bedrijvende zin in de onvoltooide tijd (dus geen hebben of zijn in de zin!) staat, moet je in de lijdende zin het hulpwerkwoord worden gebruiken.


Als je een bedrijvende zin in de voltooide tijd (dus hebben of zijn in de zin!) omzet in een lijdende zin, moet je het hulpwerkwoord zijn gebruiken.


De tijd  van de zin moet hetzelfde blijven!


Slide 7 - Diapositive

oefenen...

De man heeft de computer gekocht. (v.t.t.)


De computer is door de man gekocht. (v.t.t.)

Slide 8 - Diapositive

De man zal de computer kopen. (o.t.t.t.)
De computer zal door de man gekocht worden. (o.t.t.t.)


De man zou de computer gekocht hebben. (v.v.t.t.)
De computer zou door de man gekocht zijn. (v.v.t.t.)

Slide 9 - Diapositive

Omzetten lijdend->bedrijvend(neem over in je schrift)
  • De doorbepaling wordt het onderwerp.
  • Het onderwerp wordt LV.
  • Haal uit het gezegde de vorm van 'worden' weg.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Inna ontvangt een prijs.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 12 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 13 - Question ouverte

Is de opdracht nu goed nagekeken?
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 14 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 15 - Question ouverte

Het jurkje wordt door Simone gekocht.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 16 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 17 - Question ouverte

De man koopt een scheerapparaat.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 18 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 19 - Question ouverte

Het dressuur wordt door Inna goed uitgevoerd
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 20 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 21 - Question ouverte

Mijn moeder prijst mijn oom uitbundig.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 22 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 23 - Question ouverte

Het dienstmeisje verschoont de lakens.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 24 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 25 - Question ouverte

Volgens mij word ik niet serieus genomen door die docent.
A
Bedrijvend
B
Lijdend

Slide 26 - Quiz

Zet de zin om van bedrijvend <->lijdend

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Snap je hoe je de tijd van een zin kan bepalen?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Snap je hoe je een zin van bedrijvend naar lijdend kunt omzetten?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quiz