didactische modellen

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Didactische modellen

beroepstaak 2C

Schooldoel:

Je laat zien dat je de opbouw en aanpak van minimaal twee didactische modellen  kent  . Je bespreekt met je docent welke modellen. Denk hierbij bv. aan het model van activerende directe instructie, van Gelder,  vaardigheden model, Z- zz-z-zz-model. Je laat d.m.v. een uitgewerkte leeractiviteit zien hoe jij minimaal één leeractiviteit hebt ontwikkeld a.d.h.v. dit  model.

boek: ped. didactisch begeleiden hfst. 8

Aan het eind van de les:

1. Benoem je vier didactische modellen en leg je uit wat die betekenen.

2. Heb je  klasgenoten een instructie gegeven aan de hand van een didactisch model.

Didactiek =  de kunst van het onderwijzen = de manier van lesgeven

Hoe geef je het onderwijsleerproces zodanig vorm dat kinderen nieuwe vaardigheden leren en kennis opdoen?

Hoe kun je ervoor zorgen dat alle kinderen met plezier naar school gaan maar ook iets leren?

Didactische vormgeving:

1) Didactisch concept

2) Didactisch model

3) Didactische werkvormen

Didactische vormgeving:

1) Didactisch concept:

Hoe wordt er op een school les gegeven? Wat is de visie van de school op leren? Wat zijn belangrijke uitgangspunten?

Bijvoorbeeld: Montessori , Jenaplan, ontwikkelingsgericht onderwijs

2) Didactisch model:

Welke stappen neem je tijdens een les?

Hoe begin je, wat ga je daarna doen, hoe rond je af?

Hoe moet een kind leren om het doel te bereiken?

Bijvoorbeeld: directie instructie model, model van Van Gelder.

3.Didactische werkvormen

Het gebruik van verschillende werkvormen om een instructie te geven en kinderen de leerstof te leren verwerken.

Bijvoorbeeld: opstel schrijven, schooltv kijken, iets nabouwen, samenwerken, tekening maken, klassikale uitleg, zelfstandig werken.

Beroepstaak 2C - Didactische modellen

Activerende directe instructie

Initiatief ligt bij de leerkracht.

1. Terugblik

2.Oriëntatie en uitleg

3.Begeleide oefening

4. Zelfstandige verwerking

5. Terugkoppeling

Beroepstaak 2C - Didactische modellen

Didactisch analysemodel van van Gelder

Beroepstaak 2C - Didactische modellen

Z-zz-z-zz-model

Gaat uit van de eigen beleving van kinderen.

1. Zelf: je denkt na over de ervaring van leerlingen bij een zaak (onderwerp van de les)

2.Zelf en zaak:hoe kun je dat koppelen aan de leerstof.

3. Zaak:je bedenkt wat je kunt leren over de zaak (onderwerp)

4. Zaak en zelf: je bedenkt hoe je de nieuwe kennis over het onderwerp kunt koppelen aan je eigen ervaring.

Beroepstaak 2C - Didactische modellen

Vaardigheden model

Gebruiken als leerlingen iets leren toe te passen tijdens een les. (toepassingsniveau)

1. Voordoen

2. Samendoen

3. Zelf nadoen

4. Oefenen

5. Feedback

Opdracht

Voorbereiden (10 min)

1. Je vouwt een vliegtuigje.

2. Je gooit het vliegtuigje door de lucht  en kijkt hoever die komt.

3. Je maakt een groepje van vier personen.

4. Iedereen krijgt een kaartje met daarop een didactisch model.

5. Je denkt na over een instructie die je geeft  aan jouw groepje hoe ze jouw vliegtuigje moeten vouwen. Je gebruikt hierbij het didactisch model dat op jouw kaartje staat.

6. Je bereidt deze instructie voor.

Uitvoeren (15 min.)

7. Iedereen uit het groepje geeft de instructie volgens een didactisch model

Afsluiten (5 min.)

8. Bespreek in je groepje welke overeenkomsten en welke verschillen er waren tussen de verschillende didactische modellen.