Leerjaar 3 - periode 2: voorbereiding toets

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

GRAMMATICA
Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes:

Slide 2 - Diapositive

Nosotros ____________ helado de postre. (querer)

Slide 3 - Question ouverte

Yo ____________ un café con leche de postre. (querer)

Slide 4 - Question ouverte

Ana y María ____________ flan de vanilla de postre. (querer)

Slide 5 - Question ouverte

Mi madre no ____________ ir a su trabajo. (poder)

Slide 6 - Question ouverte

Esta noche yo no ____________ ir al cine. (poder)

Slide 7 - Question ouverte

Chicos, ¿____________ abrir la ventana? (poder)

Slide 8 - Question ouverte

Welk werkwoord betekent KUNNEN in het Spaans?
A
pueder
B
poder
C
podir
D
puedir

Slide 9 - Quiz

Hoe vervoeg je het werkwoord PODER?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe vervoeg je het werkwoord QUERER?

Slide 11 - Question ouverte

____________ bailar.
(yo - gustar)

Slide 12 - Question ouverte

____________ bailar.
(Ana y Juan - gustar)

Slide 13 - Question ouverte

____________ bailar y cantar.
(Ana y Juan - gustar)

Slide 14 - Question ouverte

____________ la comida española.
(Ana y Juan - gustar)

Slide 15 - Question ouverte

____________ las verduras.
(yo - gustar)

Slide 16 - Question ouverte

Maak de zin ontkennend:
Nos gusta la paella.

Slide 17 - Question ouverte

WOORDENSCHAT

Slide 18 - Diapositive

Schrijf 3 Spaanse woorden op die te maken hebben met drinken.

Slide 19 - Carte mentale

Schrijf 3 Spaanse woorden op die te maken hebben met eten.

Slide 20 - Carte mentale

Schrijf 3 Spaanse woorden op die te maken hebben met bestek.

Slide 21 - Carte mentale

GOED of FOUT:
DE HAM vertaal je als EL JAMÓN
A
B

Slide 22 - Quiz

Wat betekent EL TÉ?
A
de boter
B
de kaas
C
de thee
D
het koffie

Slide 23 - Quiz

GOED of FOUT:
DE MENUKAART vertaal je als EL CARTE
A
B

Slide 24 - Quiz

GOED of FOUT:
DE REKENING is LA CUESTA
A
B

Slide 25 - Quiz

GOED of FOUT:
DE OBER is EL CAMARERO
A
B

Slide 26 - Quiz

Wat is PARA MÍ?
A
voor mij
B
paracetamol
C
het varkensvlees
D
lekker

Slide 27 - Quiz

Hoe vertaal je:
MET
A
traigo
B
sin
C
más
D
con

Slide 28 - Quiz

Noem een woord dat hierbij past (vul de puntjes in):
TAMBIÉN + .........

Slide 29 - Question ouverte

Noem een woord dat past in dit rijtje:
de primero - de segundo - .....

Slide 30 - Question ouverte

Noem een woord dat hierbij past:
DULCE + .........

Slide 31 - Question ouverte

Noem 2 woorden die hierbij passen:
LAS VERDURAS + .........

Slide 32 - Question ouverte

Noem 2 woorden die hierbij passen:
EL CAFÉ + .........

Slide 33 - Question ouverte

Noem 2 woorden die hierbij passen:
COCINAR + .........

Slide 34 - Question ouverte

Schrijf 2 zinnen op die je kunt gebruiken in een restaurant als je eten/drinken bestelt.

Slide 35 - Carte mentale

Kun jij eten en drinken bestellen in een restaurant? Zo niet, wat lukt er nog niet?

Slide 36 - Carte mentale

Ben je klaar voor de toets? Wat gaat heel goed en vind je makkelijk? Waar moet je nog aan werken/voor leren?

Slide 37 - Carte mentale