havo 3 licht hoofdstuk 3

Herhalingsles licht 
toets 4
Neem voor je:
  • schrift
  • pen, potlood en geodriehoek
  • rekenmachine
  • boek, paragraaf 8.3
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 33 min

Éléments de cette leçon

Herhalingsles licht 
toets 4
Neem voor je:
  • schrift
  • pen, potlood en geodriehoek
  • rekenmachine
  • boek, paragraaf 8.3

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
Voorkennis
paragraaf 1
Lichtbreking, bij de overgang van een stof kan de lichtstraal een knik vertonen als het licht onder een hoek het grensvlak raakt.

Om de breking te berekenen moet je de normaal tekenen en de hoeken (inval en breking) opmeten.

Bij een lens breken de lichtstralen naar het brandpunt (Focus) toe.

Door breking kan er ook een spectrum aan kleuren (rood, oranje, geel, groen, blauw en violet) ontstaan.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling
Voorkennis
paragraaf 2
Positieve en negatieve lenzen.
Evenwijdige, convergerende en divergerende stralenbundels.

Om een beeld te maken met een positieve lens maak je drie constructie stralen.
Het beeld staat altijd op zijn kop en is een reëel beeld.
Het beeld kan vergroot of verkleind zijn.

termen: 
F = brandpunt, f = brandpuntsafstand (meter)
VV' = voorwerp, v = voorwerpsafstand (meter)
BB'= beeld, b = beeldafstand (meter)
N = vergroting (geen eenheid)

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
Voorkennis
paragraaf 3
kunnen berekenen van:
  • brandpuntsafstand met de lenzen formule
  • de sterkte van de lens in dioptrie (dpt)
  • de vergroting met de beeld- en de voorwerpafstand
  • de vergroting met de grootte van het beeld en het voorwerp.

Slide 4 - Diapositive

Wat ga je doen
Beantwoorden van de volgende vragen.
Gebruik je boek en je aantekeningen.
Kom je er niet uit vraag het dan.
Noteer de antwoorden in je schrift.

Slide 5 - Diapositive

Begrippen
Noteer in je schrift de betekenis van de volgende begrippen:
  1. Een natuurlijke lichtbron
  2. Spectrum
  3. Hoek van inval
  4. Normaal
  5. Hoek van breking
antwoorden
  1. Een voorwerp dat licht maakt, en niet door de mens is gemaakt
  2. reeks kleuren die in het zonlicht zit
  3. de hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal
  4. een hulplijn die loodrecht op het grensvlak staat
  5. de hoek tussen de normaal en de gebroken lichtstraal

Slide 6 - Diapositive

breking
Bereken de brekingsindex
Antwoorden
  1. n = (sin i): (sin r)
  2. n = ? gegevens: i = 52 gr. (sin i = 0,788); r = 36 (sin r = 0,588)
  3. n = 0,788 : 0,588
  4. n = 1,34

Slide 7 - Diapositive

Begrippen
Noteer in je schrift de betekenis van de volgende begrippen:
  1. divergerende stralenbundel
  2. negatieve lens
  3. reëel beeld
  4. brandpunt
antwoorden
  1. een stralenbundel waarbij de lichtstralen van elkaar af lopen (uit elkaar)
  2. een geslepen stuk glas (plastic) waarbij het midden dunner is dan de kanten, ook wel holle lens genoemd.
  3. een beeld dat is aan te raken (op een scherm)
  4. het punt waar de stralenbundels bij elkaar komen na een lens, ook focus genoemd

Slide 8 - Diapositive

lens
Neem de tekening over (f = 2 cm, v = 6 cm en VV' = 6 cm)

Antwoord

Slide 9 - Diapositive

Begrippen
Noteer in je schrift de betekenis van de volgende begrippen:
  1. beeldafstand
  2. lenzenformule
  3. vergroting
  4. VV'
antwoorden
  1. de afstand van de lens tot het beeld in meters
  2. de formule waarmee je de brandpuntsafstand kunt berekenen. 1/f = 1/v + 1/b
  3. hoeveel keer het beeld groter is dan het voorwerp. berekenen door het beeld te delen door het voorwerp (grootte of afstand)
  4. de grootte van het voorwerp

Slide 10 - Diapositive

Vergroting:
De beamer vergroot een plaatje van 2 cm naar een scherm waar het plaatje een grootte heeft van 1,6 meter.
  1. Bereken de vergroting.
  2. Bereken de afstand tussen de beamer en de lens als de voorwerpsafstand 4 cm is.
Antwoord 2
  1. N = b/v ==> (ombouwen) b = N x v
  2. vraag: b = ? m; Gegevens: N = 80, v = 4 cm = 0,04 m
  3. b = 80 x 0,04
  4. b = 3,2 m
Antwoord 1
  1. N=b/v
  2. vraag: N = ?; gegevens: VV' = 2 cm = 0,02 m, BB' = 1,6 m
  3. N = 1,6/0,02 
  4. N = 80

Slide 11 - Diapositive

Succes
met je proefwerk !!

Slide 12 - Diapositive