Presentatie
- Stelt zich netjes voor en vertelt wat hij/zij komt doen (Introductie)
- Er is beeldmateriaal aanwezig (PowerPoint, Prezi, Pinterest)
- Beeldmateriaal is goed zichtbaar
- Onderwerp wordt aangekondigd
- Duidelijk structuur/ opbouw (Heeft in dia’s een opbouw zitten)
- Doel van de presentatie is duidelijk (verkoop van snack)
- Er wordt rekening gehouden met het publiek (de voorkennis)
- Er is gelegenheid om vragen te stellen (Observatoren mogen vragen stellen)
- De presentatie wordt aan het einde netjes samengevat en goed afgesloten
- Houdt de tijd van de presentatie in de gaten. (Bewaking van de tijd)
- Komt met een leuke/ originele slogan
- Originaliteit m.b.t. presentatie