Stijlfiguren

Stijlfiguren
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Stijlfiguren

Slide 1 - Diapositive

Waarom stijlfiguren?
  • Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker
  • Gebruik je om iets te benadrukken
Lichter
Zwaarder

Slide 2 - Diapositive

Stijlfiguren ( 4 groepen in totaal)
Groep 1: Herhaling en opsommingen 
  • repetitio
  • anafoor
  • Tricolon (drieslag)
  • climax 
  • anticlimax 

Slide 3 - Diapositive

Repetitio
Een woord of woordgroep wordt herhaald
Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.

"Nee, nee, nee", zei moeder boos.

Slide 4 - Diapositive

Anafoor
Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.
Niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets.

Slide 5 - Diapositive

Opsomming
Opsomming van namen, feiten of andere dingen

Er zijn 3 bijzondere gevallen:
  1.  de tricolon
  2.  de climax
  3.  de anticlimax

Slide 6 - Diapositive

Tricolon
Opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed

Slide 7 - Diapositive

Climax
Steeds sterker wordende reeks woorden
Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste.

Hij voldoet, nee... doet het goed, nee... uitstekend, nee... hij is de allerbeste.
Welk stijlfiguur kan dit nog meer zijn?

Slide 8 - Diapositive

Anticlimax
Steeds zwakker wordende reeks woorden
Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Maak paragraaf 5 Stijlfiguren 1 bladzijde 23 opdracht 1 en 2

Slide 10 - Diapositive

Stijlfiguren 
Groep 2: overdrijving en nuancering
  • hyperbool
  • eufemisme
  • understatement 

Slide 11 - Diapositive

Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.
We hebben ons kapot gelachen.
Zijn ogen vielen uit zijn kassen toen hij zag dat iemand zijn auto had gestolen.

Slide 12 - Diapositive

Eufemisme
Een eufemisme verzacht de werkelijkheid bij vervelende situaties.
Hij gaat creatief om met de waarheid.
Onze hond is gisteren heengegaan. 


De volslanke vrouw volgt een sportklasje.

Slide 13 - Diapositive

Understatement
Een afzwakking. Iets minder erg laten lijken dan het is. Vaak is dit grappig bedoeld
Messi kan wel een aardig balletje trappen.

Dat is een prima huisje

Slide 14 - Diapositive

OEFENEN!

Slide 15 - Diapositive

Geef bij de volgende zinnen aan van welke stijlfiguur gebruik is gemaakt.

Slide 16 - Diapositive

Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.
A
Tricolon
B
Repetitio
C
Anafoor
D
Climax

Slide 17 - Quiz

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 18 - Quiz

Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
Repetitio
B
Drieslag
C
Anticlimax
D
climax

Slide 19 - Quiz

Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
Hyperbool
B
Eufemisme
C
Understatement

Slide 20 - Quiz

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 21 - Quiz

Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
Anafoor
B
Anticlimax
C
Climax
D
Repetitio

Slide 22 - Quiz

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 23 - Quiz

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 24 - Quiz

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 25 - Quiz

Oefenwebsites
Cambiumned is een goede website om te oefenen. 

Slide 26 - Diapositive