Schrijven 4.4 - 1 kgt

5.4 Schrijven (toets)
Lesdoelen:
• Je kunt een informatieve tekst schrijven
• Je kunt een tekst in 3 delen indelen
• Je kunt verwijswoorden correct gebruiken

Leerteksten:
Een informatieve tekst schrijven  
Afwisselen 2: verwijswoorden  

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

5.4 Schrijven (toets)
Lesdoelen:
• Je kunt een informatieve tekst schrijven
• Je kunt een tekst in 3 delen indelen
• Je kunt verwijswoorden correct gebruiken

Leerteksten:
Een informatieve tekst schrijven  
Afwisselen 2: verwijswoorden  

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

In een informatieve tekst geef je je eigen mening.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Het tekstdoel van een informatieve tekst is amuseren.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

In een informatieve tekst staan vooral feiten.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Een verslag is een voorbeeld van een informatieve tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Met de inleiding van een tekst probeer je de aandacht van de lezer te trekken.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

In een inleiding vertel je al iets over het onderwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

In het slot geef je nieuwe informatie.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

In het slot herhaal je de belangrijkste informatie uit de tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Je mag in een tekst afwisselen met de tegenwoordige tijd en de verleden tijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Aantekeningen
Ezelsbruggetje: wanneer is het
                     die en dat
Heel eenvoudig: 

die gebruik je bij de woorden: de man die daar loopt.
dat gebruik je bij het woorden: het meisje dat daar loopt.

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk
Je schrijft een informatieve tekst over een pretpark, een stad of een sport.
Je schrijft 3 alinea's in de kern, iedere alinea is een deelonderwerp. 
Schrijf een slot en een inleiding.
Je schrijft voor jongeren van jouw leeftijd.

Slide 17 - Diapositive