Semana 41-42

1 / 36

Slide 1: Diapositive

SpaansWOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

La durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Necesitas el portátil (laptop), om de les te starten via LessonUp, la libreta y el libro.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1...aprendo frases para presentarme /leer ik zinnen om mezelf voor te stellen

2...aprendo frases para conocer a otras personas leer ik zinnen waarmee ik andere mensen leer kennen

3. aprendo a utilizar el artículo "de" leer ik de voorzetsel "de"

UNIDAD 2 "YO SOY"/ "Ik ben"

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat antwoord je als iemand je vraagt:¿Cómo estás?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo estás?

(muy) bien, gracias.

Estoy bien.

No estoy bien.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vraag je in het Spaans hoe iemand heet?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo te llamas?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Presentarte Jezelf voorstellen

Hoe kun je iets vertellen over jezelf? Kijk naar LT p 13 t/m 15. Wat kun je nog meer vertellen?

timer

5:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht

Noteer deze tabel in je schrift: schrijf de

persoonlijke voornaamwoorden erachter.

(probeer het uit je hoofd te doen)

timer

3:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Persoonlijke voornaamwoorden

jij

tú

hij - zij - u

él - ella - usted

wij

nosotros/-as

jullie

vosotros/-as

zij meervoud - u meervoud

ellos - ellas - ustedes

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Los pronombres personales

jij

hij /zij / (het) / u

wij

jullie

zij / u (meervoud)

de tafel

mijn ouders

Pablo en ik

Mónica en jij

Mónica en Pablo

Susana en hij

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SER

- eigenschappen

Vosotros sois simpáticos.

- beroepen

Yo soy profesora.

- afkomst

Rosa María es peruana.

Rosa María es de Perú.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwoord

Ser = Zijn

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/ellas/ustedes

omos

ois

Slide 15 - Diapositive

De uitgaan van de infinitief wordt vervangen door die van de Presente (tegenwoordige tijd)

SER - ZIJN

Yo Soy

Ik ben

Tú eres

Jij bent

Él/ella/Usted es

Hij/zij/U is

Nostros/as somos

Wij zijn

Vosotros/as sóis

Jullie zijn

Ellos/ellas/Ustedes son

Zij zijn

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ana ____ (ser) de Cuba.

1. Welk persoonlijk voornaamwoord dien ik te gebruiken?

Él/ella/usted (Ana=Zij)

2. Wat is de stam?

Ser - er = S (want je hebt net ER weggehaald).

3. Wat is de uitgang die er dan bij komt?
De juiste uitgang is ES, want je kijkt in het rijtje van ER, bij Él/ella/usted.

4. Wat is nu het juiste antwoord?
ES (stam+de juiste uitgang = S+ es)

****Allen bij deze twee persoonlijk vooenaamwoorden: (tu=jij) en (hij,zij, u= el, ella, usted) word de "S" weggehaald.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Las partes de una frase (1)

Een zin kan bestaan uit verschillende onderdelen, maar het heeft altijd een (vervoegd) werkwoord. Dat werkwoord wordt altijd vervoegd naar het onderwerp van de zin. Elke zin heeft een onderwerp, maar in het Spaans wordt het persoonlijk voornaamwoord vaak weggelaten:

Elsa es un gato./ Elsa is een kat - met persoonlijk voornaamwoord

Es un gato. - zonder persoonlijk voornaamwoord

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formular preguntas (1)

Wanneer je een vraag wil formuleren zonder vraagwoord, verandert er niks aan je zin, behalve de intonatie en leestekens:

Elsa es un gato gris.

¿(Elsa) es un gato gris?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het Spaans moet je altijd het persoonlijk voornaamwoord(onderwerp) voor het werkwoord schrijven?

verdadero

falso

Slide 20 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Presentarte Jezelf voorstellen

Yo... Ik..

Yo soy... Ik ben...

Yo soy de ... Ik kom uit ...

Soy de ... Ik kom uit...

Yo vivo... Ik woon...

Yo vivo en ... Ik woon in...

LT p 14

vocabulario

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onregelmatig werkwoord

In het Spaans zijn er maar liefst 3 verschillende uitgangen:

- ER (ser)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervoeging van het werkwoorden SER

soy

eres

somos

sóis

son

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer

1:00

Wat versta jij onder 'voorzetsels'?

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

timer

1:00

Wat zijn voorzetels?
Geef voorbeelden in het Nederlands.

Slide 25 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzetsels

Het voorzetsel: de

De letterlijke vertaling is 'van'
Je gebruikt dit voorzetsel om de oorsprong aan te geven: Soy de los Países Bajos - Ik kom uit Nederland
Dit geldt ook voor materialen: La mesa es de madera - De tafel is van hout

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer

2:00

Yo soy de España

jij bent

hoe is het?

hoe gaat het?

ik ben Nederlands

Ik kom uit Spanje.

soy neerlandesa(v) neerlandés (m)

tú eres

¿qué tal?

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo has trabajado hoy en clase?

😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg in je eigen woorden uit wat het leerdoel van deze les was.

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het leerdoel was voor mij duidelijk.

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ik nog moeilijk vind is...

Wat ik vandaag heb geleerd is...

Wat ik al goed kan is...

Wat ik met de lesstof kan doen is...

Mijn leerdoel van deze les was...

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

¡Hasta luego!

¡Adiós! - Doei!

¡Hasta pronto! - Tot snel!

¡Hasta mañana! - Tot morgen!

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Semana 41-42

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Sondage

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Carte mentale

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Question de remorquage

Slide 28 - Sondage

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Sondage

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Carte mentale

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Plus de leçons comme celle-ci

Semana 41-42

Semana 38

Semana 38

week 46 - verbos -AR, SER, repaso

week 45 - verbos -AR, SER, repaso

Les 3 week 48 brugklas

W45 + 46

SP_PA 1_Ser