Theorie verhaalanalyse tijden

Verhaalanalyse: de tijd
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verhaalanalyse: de tijd

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je weten en kunnen?
Je weet welke termen allemaal vallen onder het begrip tijd
Je weet wat de verhaalinzet is en kunt deze herkennen.
Je weet hoe je de tijd moet analyseren in vier stappen en kunt dit ook.

Slide 2 - Diapositive

Deze begrippen hebben allemaal te maken met tijd
De vertelde tijd
De verteltijd
Tijdlaag:
Flashback:
Flash forward
Vooruitwijzing
Toekomstverwijzing
Terugverwijzing
Tijdsprong:
Tijdverdichting
Tijdvertraging

Slide 3 - Diapositive

De vertelde tijd betekent:

A
de tijd die de schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen (aantal woorden, regels of pagina’s).
B
hoelang de gebeurtenissen hebben geduurd (uren, dagen, jaren).
C
de chronologische volgorde van de gebeurtenissen (eerst A, dan B, dan C).
D
een sprong in de tijd waarbij bepaalde periodes worden overgeslagen.

Slide 4 - Quiz

Zoek op, wat bekent verteltijd?

Slide 5 - Question ouverte

Verteltijd betekent
de tijd die de schrijver nodig heeft om het verhaal te vertellen (aantal woorden, regels of pagina’s).

Slide 6 - Diapositive

Wat betekent 'tijdlaag'?
A
de volgorde van de gebeurtenissen in het verhaal (bijvoorbeeld eerst B, dan A en dan pas C).
B
een (subtiele) aanwijzing over iets dat nog moet gebeuren.
C
een sprong in de tijd waarbij bepaalde periodes worden overgeslagen.
D
een periode binnen de vertelde tijd waarin een gebeurtenis of reeks gebeurtenissen valt.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent flashback in een verhaal?

Slide 8 - Question ouverte

Flashback
onderbreekt de chronologie van een verhaal door een terugblik in het verleden. De verteller blikt terug op het verleden waardoor het verhaal zich als het ware in het verleden afspeelt.

Slide 9 - Diapositive

En wat betekent dan flash forward?

Slide 10 - Question ouverte

Flash forward betekent
onderbreekt de chronologie van een verhaal door een verwijzing naar iets wat nog te gebeuren staat.

Slide 11 - Diapositive

Lees de volgende drie begrippen en hun betekenissen door
-    Vooruitwijzing: een aankondigende zin die wijzen op een flashback/flash forward. Hiermee springt het verhaal van de ene tijdlaag naar de andere.
-    Toekomstverwijzing: een (subtiele) aanwijzing over iets dat nog moet gebeuren.
-    Terugverwijzing: een verwijzing naar het verleden zonder dat de chronologie van het verhaal wordt onderbroken zoals bij een flashback.

Slide 12 - Diapositive

Deze drie lijken erg op elkaar, maar zijn toch verschillend. Waarin verschillen ze?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het verschil
Bij een vooruitwijzing wordt er verwezen naar een flashback of flash forward die nog gaat gebeuren. Deze vindt plaats in het verhaal en de chronologie wordt onderbroken.
Bij een toekomstverwijzing of terugverwijzing wordt er een verwijzing gemaakt naar een andere tijd. De chronologie wordt niet onderbroken en waar er naar wordt verwezen vindt niet plaats in het verhaal.

Slide 14 - Diapositive

Tijd
  • Historische tijd
  • Tijdsduur
  • Tijdsvolgorde
  • Tijdstructuur

Slide 15 - Diapositive

Historische tijd
In welke tijdsperiode speelt het verhaal zich af?
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, in de Gouden Eeuw of in 1980...

Slide 16 - Diapositive

Tijdsduur
Elk verhaal duurt een zekere hoeveelheid tijd. Uren, dagen, maanden, jaren. Soms makkelijk te bepalen, maar soms ook met hiaten.
Bij grote sprongen in de tijd spreken we van: Versnellingen
Als een gebeurtenis uitgebreider verteld wordt dan de gebeurtenissen ervoor en erna spreken we van: Vertraging

Slide 17 - Diapositive

Tijdsvolgorde
De schrijver kan  met de tijdsvolgorde spelen, d.m.v. het gebruik van de flashback en de flashforward. 
Bij een flashback wordt iets verteld dat eerder is gebeurd. (bijvoorbeeld: “Hij herinnerde zich hoe hij destijds…”). 
Een flashforward is het omgekeerde van de flashback. De vooruitwijzing deelt iets mee dat later uitvoeriger aan de orde zal komen (bijvoorbeeld: “Zij realiseerde zich niet hoe belangrijk dit zou blijken te zijn”). 
Beide afwijkingen in de tijdsvolgorde doorbreken de chronologie van de gebeurtenissen. Als een verhaal chronologisch is verteld, is het in de juiste tijdsvolgorde verteld.

Slide 18 - Diapositive

Tijdstructuur
- In medias res
- Open en gesloten einde
 Een verrassende constructie en afwisseling in ritme en tempo zorgen voor spanning in het verhaal.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive