Cette leçon contient 6 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Verhaalanalyse: de tijden
Slide 1 - Diapositive
Wat moet je weten en kunnen?
Je weet welke termen allemaal vallen onder het begrip tijd Je weet wat de verhaalinzet is en kunt deze herkennen. Je weet hoe je de tijd moet analyseren in vier stappen en kunt dit ook.
Slide 2 - Diapositive
Deze begrippen hebben allemaal te maken met tijd
Fabel Sujet De vertelde tijd De verteltijd Tijdlaag: Flashback: Flash forward Vooruitwijzing Toekomstverwijzing Terugverwijzing Tijdsprong: Tijdverdichting Tijdvertraging
Slide 3 - Diapositive
Wat gaan we doen?
We gaan per begrip kijken wat het betekent.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat betekent 'tijdlaag'?
A
de volgorde van de gebeurtenissen in het verhaal (bijvoorbeeld eerst B, dan A en dan pas C).
B
een (subtiele) aanwijzing over iets dat nog moet gebeuren.
C
een sprong in de tijd waarbij bepaalde periodes worden overgeslagen.
D
een periode binnen de vertelde tijd waarin een gebeurtenis of reeks gebeurtenissen valt.