3JAM Voorbereiden examen spreken

3JAM Voorbereiden examen spreken
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3JAM Voorbereiden examen spreken

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

- Welke examens moet je afronden?
- Warming-up 
- Uitleg examen spreken 
- Oefening spreken 
- Afsluiten les 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
-weet wat er van je verwacht wordt bij het examen Spreken. 
-heb je een start gemaakt met de opdracht voor spreekvaardigheid. 

Slide 3 - Diapositive

Welke examens moet je afronden?

- Lezen en luisteren (50 %) 
-Gesprekken voeren 
- Schrijven 
- Spreken 

Gesprekken voeren, schrijven, spreken (50%). 

Slide 4 - Diapositive

Warming-up 
 In tweetallen pickwickkaartjes 
1 minuut spreken 
 Timer zetten 

Hoe vond je dit? 

Slide 5 - Diapositive

Uitleg examen spreken 
Dit examen wordt aan het eind van je stage afgenomen op je stageplek. 

Tijdens de les bereiden we het examen voor. 





Slide 6 - Diapositive

Uitleg examen spreken 
Aandachtspunten 
Duur examen:  10 minuten --> harde eis! 
Thuis spreek je sneller dan op school, daarom oefenen! 



Slide 7 - Diapositive

Waar gaan jullie de komende tijd mee bezig?

Voorbereiden presentatie betoog. 
Max. drie personen per groepje. 




Slide 8 - Diapositive

Betoog?

Slide 9 - Carte mentale

Betoog
  • Bij een betoog geef je jouw standpunt over een stelling.   
  • Het doel is om de lezer/ luisteraar te overtuigen van jouw mening.
  • Dit doe je door argumenten te noemen die jouw standpunt onderbouwen.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 
Een stelling is een uitspraak of een bewering over een onderwerp. 

Bijvoorbeeld: 
Het rookverbod in de horeca moet worden opgeheven. 

Ga op zoek naar een geschikte stelling. 






Slide 11 - Diapositive

een stelling
* Een stelling is een bewering die je doet over iets.

*Je kan het met de stelling eens of oneens zijn.

*Iemand anders kan er een andere mening over hebben.

Slide 12 - Diapositive

Hoe formuleer je een stelling?
- Een stelling bestaat uit één zin en is kort en krachtig. ...
- Een stelling is nooit een vraag. ...
- Een stelling bevat geen argumenten. ...
- De stelling moet gaan over iets waar zowel voor- als tegenstanders argumenten voor kunnen bedenken. ...
- Een stelling bevat geen ontkenningen

Slide 13 - Diapositive

Ga op zoek naar een stelling 
Laat je stelling checken. 
Daarna brononderzoek. 


Slide 14 - Diapositive

De overheid moet de prijs van fastfood verhogen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive