Herhaling H1 en H2

Herhaling H1
Inkomen en welvaart
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H1
Inkomen en welvaart

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huurtoeslag is een … inkomen.
A
Primair
B
Secundair

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vakantiegeld is een … inkomen.
A
Primair
B
Secundair

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Wat is marketing ook alweer?

Waarom wordt er snoep verkocht bij de kassa?

Slide 8 - Diapositive

Consumeren heeft niet alleen gevolgen voor jouw portemonnee, maar ook voor anderen (milieu, dieren etc.). 
Rosalie wil zo goed mogelijk duurzaam consumeren. Waar let ze op als ze iets koopt?(let op er zijn meerdere antwoorden goed)
A
Ze eet geen vlees of vleesproducten.
B
Ze kiest voor apparaten die goed te repareren zijn.
C
Ze koopt de goedkoopste producten.
D
Ze wil geen onnodige verpakkingen.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn 371.000 werklozen. Dat aantal stijgt met 1,3%.

Bereken met behulp van een groeifactor het nieuwe aantal werklozen.

Slide 10 - Question ouverte

371.000 x 1,013 = 375.823 werklozen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van het nationaal inkomen wordt verdiend door de 25% met de hoogste inkomens?

Slide 13 - Question ouverte

60%

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de schoolkantine is de prijs van de tosti’s verhoogd van
€ 2,15 naar € 2,40.

Met hoeveel procent is de prijs gestegen?

Slide 16 - Question ouverte

(€ 2,40 - € 2,15) : € 2,15 x 100 = 11,6% 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling H2
Geld genoeg?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mariska en Thomas willen over 9 maanden een groen dak op hun huis laten plaatsen. De kosten hiervan zijn € 2.290. Inmiddels hebben ze al € 900 gespaard.

Bereken hoeveel Mariska en Thomas de komende tijd per maand moeten reserveren.

Slide 24 - Question ouverte

€ 2.290 - € 900 = € 1.390 : 9 = € 154,44

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt € 17.500 op je spaarrekening en ontvangt daarop 1,3% rente. Bereken het spaartegoed na 3 jaar op basis van samengestelde rente.

Slide 26 - Question ouverte

€ 18.191,41

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beau leent € 10.000. Ze betaalt 60 maanden lang € 189 per maand.

Bereken de kredietkosten die Beau betaalt.

Slide 29 - Question ouverte

(60 x € 189) - € 10.000 = € 1.340

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions