Deel 8a, blok 4, week 3 Les 2 toe- en afname percentages

20% van 100 = ?
1 / 17
suivant
Slide 1: Question ouverte
Basisschool

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

20% van 100 = ?

Slide 1 - Question ouverte

5% van 200 = ?

Slide 2 - Question ouverte

lesdoel

Ik ga de betekenis van percentages groter dan 100% leren en kan daar sommen mee maken.

Slide 3 - Diapositive

welke regel gebruik jij?
Vertel aan elkaar hoe je dit uitrekent.
Er zitten 250 appels in de mand, maar 20% van de appels is verrot.
Hoeveel goede appels zitten er in de mand?

Slide 4 - Diapositive

Gebruik een verhoudinggstabel
Tip: reken eerst uit hoeveel goedkoper de tas is geworden.
De tas kost € 30,-
Ik betaal maar  € 27,-.

Hoeveel % korting heb ik gekregen?

Slide 5 - Diapositive

Gebruik een verhoudinggstabel
Tip: reken eerst uit hoeveel duurder de gitaar is geworden.
Vorige week was de gitaar € 120,-
Nu kost deze  € 126,-.

Hoeveel % duurder is de gitaar geworden?

Slide 6 - Diapositive

Wat kun jij aan het einde van deze les?

Slide 7 - Question ouverte

samen

Slide 8 - Diapositive

juf doet het voor

Slide 9 - Diapositive

nu jullie

Slide 10 - Diapositive

Juf doet het voor

Slide 11 - Diapositive

nu jij

Slide 12 - Diapositive

juf doet het voor

Slide 13 - Diapositive

nu jullie

Slide 14 - Diapositive

nu jij

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

aan het werk
 Deel 8a, blok 4, week 3
Les 2

Opgave 3
Opgave 2
Plussen

Slide 17 - Diapositive