Toets spelling mavo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(worden)    Van te veel koekjes ..… je misselijk.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(vinden)    Ik ..… jou erg aardig.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(optreden)     Vandaag ..... mijn lievelingszanger op.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(verspreiden)     Om te voorkomen dat het virus zich ….., moet je vaak je handen wassen.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(vermoeden)     Ik ..… dat het vanmiddag gaat regenen.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(versturen)   Lees een email altijd nog een keer door voor je hem ..... .

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(vinden)     ..… jouw broer pizza lekker?

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(gebeuren)     Het ..... niet vaak dat het sneeuwt in april.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(aankleden)    Jij ..… je altijd leuk aan. 

Noteer het ontbrekende werkwoord in de tegenwoordige tijd:

(bezorgen)    In het weekend ..… hij pizza’s om geld te verdienen voor een nieuwe telefoon

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(missen)   Ruben ..... vroeger vaak de bus

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(haasten)     Ik ..... me naar huis om voor de bui binnen te zijn. 

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(vervelen)     ..... jij je gisteren ook zo?

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(lachen)    Het meisje ..... toen de clown een gek gezicht trok.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(worden)    Mijn zus ..... vorige week aan haar knie geopereerd.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(landen)    Het vliegtuig ..... vanmorgen op tijd.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(vinden)    Toen hij nog klein was, ..... hij het leuk om met auto’s te spelen.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(realiseren)    Ik ..... me pas later dat ik iets vervelends had gezegd.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(antwoorden)    Mijn moeder vroeg of ik mijn huiswerk af had en ik ..... van niet.

Noteer het ontbrekende werkwoord in de verleden tijd:

(verwachten)    Jij ..... gisteren toch ook dat je een voldoende zou halen?

Noteer het voltooid deelwoord:

(verwelken)    De bloemen waren na een paar dagen al ..... .

Noteer het voltooid deelwoord:

(ontvrienden)    Heb jij wel eens iemand ..... op facebook?

Noteer het voltooid deelwoord:

(herstellen)    De snowboarder is nog niet ..... van zijn blessure.

Noteer het voltooid deelwoord:

(bezorgen)    Het pakketje is vanmorgen ..... .

Noteer het voltooid deelwoord:

(gebeuren)    Het ongeluk is vanmorgen vroeg ..... .

Noteer het voltooid deelwoord:

(ontdekken)    In 2018 hebben onderzoekers water ..... op Mars.

Noteer het voltooid deelwoord:

(bedoelen)    Zo had ik het niet ..... .

Noteer het voltooid deelwoord:

(belanden)    Van schrik was het dier in de sloot ..... .

Noteer het voltooid deelwoord:

(leiden)    Hij heeft gisteren een groep toeristen door de stad ..... .

Noteer het voltooid deelwoord:

(onthullen)    In het museum werd een onbekend schilderij van Van Gogh ..... .

Noteer het verkleinwoord:

brug

Noteer het verkleinwoord:

auto

Noteer het verkleinwoord:

film

Noteer het verkleinwoord:

baby

Noteer het verkleinwoord:

ketting

Noteer het meervoud:

penalty

Noteer het meervoud:

technologie

Noteer het meervoud:

diploma

Noteer het meervoud:

druif

Noteer het meervoud:

café

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letters:

Als ik in Frankrijk ben, eet ik altijd een cr...ssant 🥐 bij het ontbijt.

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letters:

De j...rnalist schreef een goed artikel over Black Lives Matter. 

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter:

Deze winkel is gespe...ialiseerd in computeronderdelen.  

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

Mi...chien gaan we deze zomer op vakantie. 

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

Je moet onmidde...ijk naar huis.  

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

Sporten is goed voor je gezondh...d.  

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

Waarschijnl...k gaat vanmiddag de zon schijnen.  

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

Ik hou erg van chocolade met ...aramel. (c of k?)

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

De elektricit...t viel uit door kortsluiting. 

Schrijf het woord met de puntjes over en vul aan met de juiste letter(s):

Zij vertelde enth...siast over de wedstrijd.