H5 bnw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Goedemiddag!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• Leesboek
• Lesboek Nieuw Nederlands
• Pen
  

Lesdoelen hoofdstuk 5 Woordenschat

Ik kan bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Ik kan de korte en lange vormen bijvoeglijke naamwoorden goed spellen.

Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Uitleg lidwoord (lw)

Er zijn 3 lidwoorden: de, het, een

Het staat altijd voor een zelfstandig naamwoord

Voorbeelden: 

de laptop, het meisje, een huis

Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Uitleg zelfstandig naamwoord (znw)

Mensen, dieren, dingen of planten. 

Er staat vaak een lidwoord voor, niet altijd. 

Voorbeelden:

De boot, het gebouw, een boom

Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Uitleg bijvoeglijk naamwoord (bvn)

Zegt iets over een zelfstandig naamwoord, zoals een eigenschap, kenmerk of toestand. 

Staat vaak direct voor het zelfstandig naamwoord. 

Voorbeelden:

Een boze meneer, de roze tafel, het geschrokken gezicht

Aan de slag!

Nakijken opdracht 1, 2, 3, 4 en 6 bladzijde 187

Heb je een vraag?

Steek je vinger op.

Hoofdstuk 5

Taalverzorging
Lastige werkwoorden

Lesdoel

Einde van de les heb je geleerd hoe je een aantal lastige werkwoorden moet schrijven.

Uitleg

Zie filmpje uitleg Nieuw Nederlands

Lastige werkwoorden

Sommige werkwoorden klinken als pv en als vd hetzelfde,
maar je schrijft ze niet hetzelfde.
Lastige werkwoorden die beginnen met:
ge-, be-, ver-, ont-, her-, over-.

PV > stappenplan van PV volgen: tijdproef en vraagproef
VD > langer maken / SeXy FoKSCHaaP.

Persoonsvorm in de t.t.

Voltooid deelwoord -t of -d?

1. verlengproef: maak het woord langer, dan hoor je wat het moet zijn.

2. 'T SeXy FoKSCHaaP > Pak het hele ww, haal -en eraf. Staat de laatste letter in 'T SeXy FoKSCHaaP? 
Ja? > voltooid deelwoord schrijf je met een  -t.
Nee? > voltooid deelwoord schrijf je met een -d.

Tom verdien... veel geld.

1. verdient
2. verdiend

Tom heeft veel geld verdien....

1. verdient
2. verdiend

Isa heeft met haar vrienden overleg....

1. overlegt
2. overlegd

Aan de slag   

Maken opdrachten 1,  2 en  3 - blz 190.

Vraag? Steek je vinger op!

Gebruik schema op blz. 309

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!