ISK 4 les inversie

ISK 4 les inversie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

ISK 4 les inversie

Slide 1 - Diapositive

Nederlands!

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 🙂 😐 ☹️ 😡

Slide 3 - Diapositive

Aan het einde van de les
1. Weet ik wat een 'bijbaantje' is
2. Weet ik welke 'bijbaantjes' er voor mij zijn

Slide 4 - Diapositive

Waarom deze les?
De meeste van jullie hebben moeite met het schrijven van bijzinnen. 
Daarom gaan we daar mee oefenen deze les

Slide 5 - Diapositive

Wat is een bijzin en een hoofdzin?
Een hoofdzin is een zin die volledig is. 

Voorbeeld. 
Adam gaat naar bed. 
Ahmed eet een broodje. 

Welke hoofdzinnen kan jij noemen?

Slide 6 - Diapositive

Een bijzin
Een bijzin komt na een hoofdzin, meestal na een komma.

Voorbeeld:
Goodluck voetbalt veel, zodat hij later profvoetballer kan worden.
Kerime pakt appels, omdat ze een taart wilt bakken.




Slide 7 - Diapositive

Verschil hoofdzin en bijzin
Een hoofdzin is een losse zin. Een bijzin moet altijd een hoofdzin hebben. 

Voorbeeld:
Zein gaat naar huis, omdat hij wilt slapen.

Slide 8 - Diapositive

Verschil hoofdzin en bijzin
Voorbeeld:
Zein gaat naar huis, omdat hij wilt slapen.

Hoofdzin:
Zein gaat naar huis. 
Bijzin:
,omdat hij wilt slapen. 

Slide 9 - Diapositive

Oefenen hoofdzin en bijzin. 

Slide 10 - Diapositive

De bijzin. 

Slide 11 - Diapositive

Een bijzin een kleine zin achter een komma.


Slide 12 - Diapositive