Domein 3 Verhoudingentaal en verhoudingen, breuken en procenten

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Verhoudingentaal en 

verhoudingen, breuken en procenten

Lesdoel

• Je kan verhoudingentaal omzetten in rekentaal 
  
  
•  Je kent het verband tussen verhoudingen, breuken en procenten
• Je weet wat procenten zijn

Herhaling van vorige week

Renske en Samira plukken aardbeien in de zomer.

Renske verdient in 4 uur € 26,-. Samira verdient in 5 uur € 32,-.

Wie verdient het meeste per uur?

Vergelijken

Verhoudingentaal 

Verhoudingen worden op verschillende manieren genoteerd.

• 2 van de 5, 2 per 5 en 2 op de 5 betekenen hetzelfde.
  Je neemt 2 delen van het één en 3 delen van het ander. In totaal krijg je 5 delen.
  
  
• Bij 2 staat tot 5 (2 : 5), neem je 2 delen van het één en 5 delen van het ander. Je krijgt in totaal 7 delen.

Verhoudingentaal 

Verhoudingen worden op verschillende manieren genoteerd.

2 van de 5, 2 per 5 en 2 op de 5 betekenen hetzelfde.

Je neemt 2 delen van het één en 3 delen van het ander.

In totaal krijg je 5 delen.

Bij 2 staat tot 5 (2 : 5), neem je 2 delen van het één en 5 delen van het ander.

Je krijgt in totaal 7 delen.

Verhoudingentaal 

Verhoudingentaal 

3 van de 7 studenten komt op de scooter naar school.

De school heeft 490 studenten.

Hoeveel studenten komen op de scooter naar school?

De verhouding aantal studenten op de scooter : totaal aantal studenten is 3 : 7.

Het totaal aantal studenten is 490.

Evelien heeft 21 liter groene verf nodig.
Zij mengt de blauwe en gele verf.
Wat is de verhouding
blauw: totaal

3

4

1. 3 : 4
2. 4 : 3
3. 4 : 7
4. 3 : 7

Evelien heeft 21 liter groene verf nodig.
Zij mengt de blauwe en gele verf.
Hoeveel liter heeft zij van elke kleur nodig
om 21 liter groene verf te maken? (B : G)

3

4

1. 3 : 4
2. 9 : 12
3. 12 : 9
4. 6 : 8

Evelien heeft 21 liter groene verf nodig.
Zij mengt de blauwe en gele verf.
Wat is de verhouding
blauw: totaal

3

4

1. 3 : 4
2. 4 : 3
3. 4 : 7
4. 3 : 7

Wat is de juiste verhouding
5 van de 8

1. 5 : 8
2. 5 : 13
3. 5 : 3
4. 3 : 8

Wat is de juiste verhouding
2 per 3

Wat is de juiste verhouding
3 op de 8

1. 3 : 8
2. 8 : 11
3. 8 : 3
4. 3 : 5

Verhoudingentaal 

Verhoudingen worden op verschillende manieren genoteerd.

• 2 van de 5,    
    2 per 5      
    2 op de 5
  Je neemt 2 delen van het één en 3 delen van het ander. In totaal krijg je 5 delen.
  
  
• Bij 2 staat tot 5 (2 : 5), neem je 2 delen van het één en 5 delen van het ander. Je krijgt in totaal 7 delen.

3 van de 5, 3 per 5 en 3 op de 5

Je neemt 2 delen van het één en 3 delen van het ander. 

In totaal krijg je 5 delen.

Verhoudingentaal

Youri gaat op fietsvakantie. 

Hij fietst in de eerste drie dagen 180 km.

Wat is de kleinste verhouding

aantal dagen : afstand in km?

In de afbeelding zie je hoeveel suiker appelsap en cola bevat.

Wat is bij de appelsap de kleinste verhouding

aantal klontjes suiker : aantal liter?

Wat is bij de cola de kleinste verhouding

aantal klontjes suiker : aantal liter?

Verhoudingen, breuken en procenten

Verhoudingen, breuken en procenten

• Welk deel van de kopjes is blauw?
  
  
• Hoeveel procent is er blauw?
  
  
• Welk deel van de kopjes is rood?
  
  
• Hoeveel procent is er rood?

Welke beweringen zijn juist?

1. 25% van de cirkel is wit.
2. drie kwart van de cirkel is blauw.
3. 1/5 deel van de cirkel is wit.
4. 75% van de cirkel is wit.

Procenten?

Procenten

Het woord procent betekent letterlijk: per honderd.

6 van de 100 hokjes zijn grijs: 6% is grijs.

12 van de 100 hokjes zijn rood: 12% is rood.

Procenten herkennen en gebruiken

De boot is afgebeeld in een honderdveld.
Hoeveel vakjes zijn er geel?

Hoeveel % is dat?

even oefenen

• Hoeveel ml vloeistof zit er in deze buis?
  
  
• Hoeveel ml kan er nog bij in deze buis?
  
  
• Voor hoeveel procent is deze buis gevuld?
  
  
• Deze buis wordt voor 75% gevuld.
  Hoeveel ml. vloeistof moet er worden bijgeschonken om deze buis te vullen tot 75%?

 

• breuk: 1/2
  
• verhouding: 1 : 2
  
• percentage: 50%

• breuk: 1/4
• verhouding: 1 : 4
• percentage: 25%

Schrijf op in een breuk, verhouding en percentage.

Schrijf op in een breuk, verhouding en percentage.

• Welk deel van de geparkeerde auto's is wit?
  
  
• Hoeveel procent van deze auto's is wit?
  
  
• Welk deel van de geparkeerde auto's is blauw?

(T)huiswerk

• Maak domein 3 af en begin aan domein 4.1 en 4.2