Oppervlakte en inhoud (les 1)

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Lesopzet

1. bespreken lesdoel
2. uitleg theorie
3. de opdracht
4. afsluiting

Lesdoel H7/H8

H7/H8--> Aan het eind van deze hoofdstukken kun je:

• De oppervlakte berekenen van verschillende vlakke figuren;
• De omtrek berekenen van verschillende vlakke figuren;
• De inhoud berekenen van verschillende ruimtefiguren;
• Je kunt de vergroting berekenen van twee gegeven lijnen of figuren;
• Je kunt de nieuwe lengte, oppervlakte en inhoud berekenen van een vergroot figuur;
• Je kunt rekenen met het metriek stelsel.

Lesdoel H7/H8

H7/H8--> Aan het eind van deze hoofdstukken kun je:

• Je kunt de wetenschappelijke notatie gegeven van een getal en een getal omrekenen naar een wetenschappelijke notatie;
•  Je kunt rekenen met tijd (dagen, maanden, jaren, uren, minuten, seconden)
• Je kunt rekenen met snelheid (van m/s naar km/h en andersom);
• Je kunt rekenen met een verhoudingstabel.

Lesdoel deze les

 Aan het eind van deze les  kun je:

• de oppervlakte berekenen van een vierkant, rechthoek, driehoek, parallellogram, vlieger en gecombineerde figuren;
• De omtrek van gegeven figuren;
• rekenen met het metriek stelsel --> de lengte, oppervlakte en inhoud.

De theorie vierkant/rechthoek

Oppervlakte vierkant/rechthoek

lengte⋅breedte

Vraag (zo antwoord intypen)

Wat is de oppervlakte in onderstaande figuur? 

De berekening met het antwoord is

Vraag (zo antwoord intypen)

Wat is de oppervlakte in onderstaande figuur?

 

De berekening en het antwoord is

De theorie driehoek

Oppervlakte driehoek

basis x hoogte : 2

Vraag (zo antwoord intypen)

Wat is de oppervlakte in onderstaande figuur?

 

Wat is de oppervlakte van de driehoek (+ berekening)

De theorie Parallellogram

Oppervlakte parallellogram

lengte x hoogte  

Vraag (zo antwoord intypen)

Wat is de oppervlakte in onderstaande figuur?

 

Wat is de oppervlakte van de driehoek?

Metriek stelsel

Dit gebruik je om 

maten om te 

rekenen.

2 km = ..........m

1. 20
2. 2000
3. 200
4. 0,2

21 m = ..........hm

1. 210
2. 2,1
3. 0,21
4. 2100

0,03 hm = ..........m

1. 30
2. 3
3. 300
4. 0,3

0,2m​2​​=..........mm​2​​

1. 20
2. 200000
3. 200
4. 0,2

2,1dm​2​​=..........cm​2​​

1. 210
2. 21
3. 21000
4. 2100

0,6km​2​​=..........m​2​​

1. 60
2. 600
3. 60000
4. 600000

2are=..........m​2​​

1. 20
2. 200
3. 2
4. 0,2

2hm​3​​=..........m​3​​

1. 2000000
2. 2000
3. 0,2
4. 20

2liter=..........cL

1. 20
2. 200
3. 0,2
4. 2000

4,1dam​3​​=....liter

1. 410
2. 4100
3. 0,41
4. 4100000

4400mm​3​​=...cc

1. 4400000
2. 4,4
3. 0,44
4. 440

De Opdracht --> maak opdracht 1 en lever deze in