Adverbs of frequency

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat is een werkwoord?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is een bijwoord van frequentie?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Hoe ga je te werk?
1.  zoek als eerst het zelfstandig werkwoord op.
2.  plaats dan het bijwoord van frequentie VOOR het werkwoord.
LET OP!
Als het werkwoord een vorm is van to be (am, are, is, was, were) dan staat het bijwoord van frequentie ACHTER het werkwoord.


Slide 5 - Diapositive

Zet het bijwoord van frequentie (never) op de juiste plaats: she goes to the cinema.

Slide 6 - Question ouverte

Zet het bijwoord van frequentie (always) op de juiste plaats: my mother wears a skirt.

Slide 7 - Question ouverte

Zet het bijwoord van frequentie (often) op de juiste plaats: she is going to walk the dog.

Slide 8 - Question ouverte

Staat het bijwoord op de juiste plek?:
Louise was never nervous about anything.

A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Staat het bijwoord op de juiste plek?:
We have usually a great time.
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

Staat het bijwoord op de juiste plek?:
I never feel relaxed after a match.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien