Herhalingsles 2.1 & 2.2

Herhalingsles 2.1 & 2.2 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Herhalingsles 2.1 & 2.2 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Leerdoelen uit 2.1: De Romeinse samenleving
Leerdoelen uit 2.2: Van meerdere goden naar één God

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen? 
Herhalen met LessonUp Quiz!
Daarna planner en/of samenvatten.

Slide 3 - Diapositive

2.1 behandeld 
2.2 behandeld
Nu voorbereiden voor toets

Wie was het belangrijkste en wie het onbelangrijkste in de Romeinse samenleving?
1. 
2. 
3. 
4.
Germanen
Slaven
Romeinse burger
Keizer

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Ze veroverden veel gebieden.
B
Ze betaalden veel geld voor nieuwe gebieden.
C
Ze sloten veel verdragen.
D
Ze hadden sterke Goden.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is géén voorbeeld van Romanisering?
A
Aquaducten bouwen
B
Toga dragen
C
Germaanse goden aanbidden
D
Latijns spreken

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het juiste begrip naar het bijpassende bijpasende afbeelding.
Romeinse soldaat
Romeins gebouw
Romeinse grenspaal
Verkoper
Klant

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de zinnen naar de juiste plek
Juist
Onjuist
Bataven en Friezen waren Germaanse stammen
De limes was een natuurlijke grens
Het noorden van Nederland lag binnen de grenzen van het Romeinse rijk
Romanisering is een ander woord voor Oudheid

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voorbeeld van een Romeinse uitvinding

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de zinnen over het einde van het Romeinse Rijk.
Zet de zinnen in de juiste historische volgorde. Begin met wat het eerst gebeurde.



Vanwege misoogsten gaan complete volken weg uit het gebied waar ze woonden.
Het West- en Oost-Romeinse rijk hebben elk een eigen keizer.
 Verschillende volken vallen het Romeinse rijk binnen.
Italië wordt een Germaans koninkrijk.
1
2
3
4

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom gaven mensen offers aan de goden?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie was de baas in het Romeinse rijk?
A
Ambtenaar
B
Keizer
C
Germanen
D
Slaven

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Stoppen op 4.30
Wie is deze man?
Wat wou Julius Caesar worden?
A
Senator
B
Soldaat
C
Keizer
D
Dictator

Slide 14 - Quiz

Dictator had bij Romeinen andere betekenis dan nu. 
Dictator = tijdelijk herstel van koninklijke macht. Vandaar dat keizer ook kan. 
Sleep de zinnen naar de juiste plek

het bondgenootschap

De staat
het verdrag
Het fort
Ambtenaar
De samenwerking
een gebied met een grens erom en met een eigen bestuur
de afspraak, overeenkomst
een kamp voor militairen
Iemand in dienst van een bestuur

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een staatsgodsdienst?
A
Een geloof dat iedereen moet geloven
B
Een geloof dat niemand hoeft te geloven

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Friezen en Bataven 

Slide 17 - Diapositive

Bataven en Friezen waren Germaanse stammen. 
Bataven verdedigen limes voor geld.
Friezen vochten soms tegen Romeinen/Bataven. 
Kies het juiste antwoord
A
De Germanen woonden ten zuiden van de Rijn.
B
De Romeinen bouwden forten om de grenzen te beschermen.
C
Friezen en Bataven vormden een bondgenootschap.
D
Wie schulden had, kon een slaaf kopen.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Romeinen verjaagden de joden uit het gebied Judea. Waarom?
A
De joden wilden geen belasting betalen
B
De joden hadden een Romeinse tempel verwoest
C
De joden wilden niet in het leger vechten
D
De joden wilden de keizer niet vereren

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions