introductie BC -> De grieken en romeinen

Van 500 v CHR - 500 n Chr
 De Klassieken
Doelen van de les:
Je hebt een globale tijdlijn van de kunstgeschiedenis tot aan de cultuur van de kerk.
Je kunt onderscheid maken tussen de verschillende kunstvormen en hun ontwikkeling.
Je kunt kenmerken van de cultuur van de grieken en de romeinen herkennen en benoemen.
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Van 500 v CHR - 500 n Chr
 De Klassieken
Doelen van de les:
Je hebt een globale tijdlijn van de kunstgeschiedenis tot aan de cultuur van de kerk.
Je kunt onderscheid maken tussen de verschillende kunstvormen en hun ontwikkeling.
Je kunt kenmerken van de cultuur van de grieken en de romeinen herkennen en benoemen.

Slide 1 - Diapositive

Maak in je dummy/schrift een flinke tijdlijn met de volgende tijdvakken:

3000 VC – 500 NC Oudheid  
Grieken en Romeinen 3000 VC -500 NC

500 NC – 1500 NC Middeleeuwen 
  Monniken en Ridders 500-1000 NC
   Tijd van Steden en staten 1000-1500 NC
1500 NC – 1800 NC Vroegmoderne tijd
 Ontdekkers en Hervormers 1500-1600 NC
   Regenten en Vorsten 1600-1700 NC
   Pruiken en Revoluties 1700-1800 NC



Slide 2 - Diapositive

De tijd wordt in steeds kleinere stukjes opgedeeld. Hoe zou dat komen?

Slide 3 - Question ouverte

Pas de volgende kunsthistorische tijdvakken hierbij
klassieken (Grieken en romeinen) 500 v Chr. tot 476 n Chr

cultuur van de kerk (11e t/m de 14e eeuw)

Hofcultuur (16e en 17e eeuw)

Burgerlijke cultuur van nederland (17e eeuw)

Slide 4 - Diapositive

Bekijk je tijdlijn goed. Valt je iets op?
Bedenk ook een verklaring.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

De Grieken en Romeinen.

Startpunt van de westerse kunstgeschiedenis.
Er zijn verschillende heroplevingen van de opvattingen.
Kunst werd gemaakt om goden te vereren (grieken + romeinen) of om de macht van de keizer te tonen  (romeinen)

Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen.

Slide 7 - Diapositive

Grieken en Romeinen.

Slide 8 - Carte mentale

3

Slide 9 - Vidéo

01:17
Welke religie hadden de grieken en de romeinen?
A
christendom
B
islam
C
mythologie
D
germaanse mythologie

Slide 10 - Quiz

01:24
De eerste democratie wordt gevormd en vastgelegd. Beschrijf kort het principe van democratie.

Slide 11 - Question ouverte

02:21
Zet de overname van het Griekse rijk door het romeinse rijk in je tijdlijn. 

Slide 12 - Diapositive

OK. Nu weet je alles!
Grapje natuurlijk.
In de komende slides gaan we in op de ontwikkelingen in de kunstgeschiedenis van de grieken. Maak aantekeningen!!!
Samenvatting tot nu:
We weten nu dat: De grieken verschillende stadsbesturen hadden. Dat filosofie een grote invloed had op het leven. Dat de griekse cultuur werd bevochten en overgenomen door de romeinen. Dat de grieken geloofden in mythologie en dit de reden was om kunst te maken en in het Romeinse (Keizer)Rijk het Christendom opkwam.

Slide 13 - Diapositive

ARCHITECTUUR
Kenmerken:
Tempelbouw
Bouwordes.
Symmetrie

> de akropolis in Athene. (+- 500 v Chr.)

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Alles werd benoemd en vastgelegd.

Slide 16 - Diapositive

De romeinen nemen over, maar komen ook met nieuwe ontwikkelingen.

Slide 17 - Diapositive

Welke nieuwe ontwikkelingen zie je bij het coloseum?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Ook koepels werden door de romeinen toegevoegd. De cassettes zorgden voor lichtheid.

Slide 20 - Diapositive

In het midden van de koepel van het pantheon zit een rond gat: een oculus.
Waarom zou die er zijn?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Architectuur Samengevat
Grieken:
Tempelbouw
Bouwordes, timpanen en zuilen
Symmetrie
Romeinen voegen toe:
Boogbouw (want groter en hoger)
Koepels met cassetten en soms oculi
obelisken (uit egypte)
Baksteen met versieringen (halfzuilen)

Slide 23 - Diapositive

Analyse beeldende kunst
I. Voorstelling/Inhoud: Wat zien we? Onder welke categorie valt het gebouw? Wat was/is de functie?
II. Vormgeving: Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Hoe wordt het gebouw vormgegeven?
III. Materiaal/techniek: Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de het gebouw vormgegeven?

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Beeldhouwkunst

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Contrapposto
1 standbeen, 1 spilbeen = een mooie S-curve = menselijker

Slide 30 - Diapositive

En dan nog..
rond 300 v Chr sterft Alexander de Grote. Het griekse rijk is dan enorm.

Nieuw: EXPRESSIE
door: Draperieen (nat zo mogelijk). Dramatiek in verhaal en gelaat. Dynamiek in compositie

Slide 31 - Diapositive

Beeldhouwkunst samengevat
Werken met modellen, maakt meer menselijk
Idealistisch naturalistisch ► de perfecte mens
Algemene gelaatstrekken en uitdrukkingen.
Zeer veel aandacht voor (idealistische) anatomie
Draperieën zijn het hoogst haalbare
De meeste versies die we kennen zijn Romeinse kopieën.
De beelden waren in hun tijd rijk beschilderd.
Contrapposto
Romeinen kopieren de Griekse beeldhouwkunst, maar voegen levensechte (niet- geidealiseerde) portretten toe.

Slide 32 - Diapositive

Bekijk de afbeelding (Laocoon en zijn zonen) goed. 


Welke kenmerken van de griekse beeldhouw-kunst zie je erin terug?

Slide 33 - Diapositive

Welke kenmerken van griekse beeldhouwkunst zie je terug in dit werk?

Slide 34 - Question ouverte

het goddelijke versus het aardse




PLATO
ARISTOTELES

Slide 35 - Diapositive

Theater (en muziek)
Theater en muziek kun je niet opgraven.
De bronnen zijn geschriften en de oude amfitheaters.

Er zijn nog veel toneelteksten bewaard gebleven, dramatheorieen (Aristoteles (plaats tijd en handeling) en ook heeft Pythagoras (die van die driehoeken) de eerste poging gedaan tot muzieknotatie.

Slide 36 - Diapositive

5

Slide 37 - Vidéo

00:59
We kennen het grieks theater door verschillende bronnen. Welke bronnen zijn NIET gevonden.
A
Toneelteksten van tragedies en komedies
B
Oude griekse maskers
C
Literatuur over hoe het eraan toe ging
D
Theaterruines en afbeeldingen op potten

Slide 38 - Quiz

01:58
Noem 3 redenen waarom theaterstukken werden geschreven

Slide 39 - Question ouverte

02:39
Welk type voorstelling was serieus?
A
Saterstuk (satire)
B
Komedie
C
Soap
D
Tragedie

Slide 40 - Quiz

05:05
Noem 2 redenen waarom de griekse acteurs maskers droegen.

Slide 41 - Question ouverte

06:28
Het koor vertegenwoordigde het volk dat reageert op de handeling. Leg uit dat dit past bij een democratische politiek

Slide 42 - Question ouverte

Theater samengevat
Maskers (bij komedie van bekende grieken)

Aristoteles schrijft Ars Poetica ► Theaterregels (tot nu!)
Eenheid van Tijd plaats en Handeling
Catharsis
Van proloog tot Epiloog
Deus Ex Machina
Pythagoras schrijft de eerste muziektheorie uit mbv intervallen en toonafstanden.
Bekende stukken:
Medea, Orpheus, De Bacchanten (Komedie), Electra, Orestes
Door Aeschylos, Sophocles, Aristophanes en Euripides



Slide 43 - Diapositive

Je weet nu iets meer over de klassieken.

Ook weet je hoe we werken met  lesson-up.

HIeronder volgen wat opdrachten om te oefenen. Dit doe je door deze lesson-up op te zoeken in het klaslokaal
Vergeet geen aantekeningen te maken en eventueel je tijdlijn aan te vullen!

Slide 44 - Diapositive

Opzoekvraag:
Welke drie bouworden hanteerden de grieken en wat waren de kenmerken?

Slide 45 - Question ouverte

Opzoekvraag:
Obelisken kwamen oorspronkelijk uit Egypte. Hoe kwamen ze in (bijvoorbeeld) Rome terecht?

Slide 46 - Question ouverte

Opzoekvraag:
Kijk naar de bron. Wat zijn kariatiden?

Slide 47 - Question ouverte

Opzoekvraag:
Hoe komt het dat de beelden uit de klassieke oudheid nu niet meer gekleurd zijn?

Slide 48 - Question ouverte

Opzoekvraag:
Wat is de catharsis en wat is een deus ex machina in het oud-grieks theater?

Slide 49 - Question ouverte

Meer weten over de oude grieken?
Je vindt hier een a

Slide 50 - Diapositive

1

Slide 51 - Vidéo

00:00-00:05
Meer weten van Religie?

Slide 52 - Diapositive