2.4 Politieke stromingen

1 / 43
suivant
Slide 1: Vidéo
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

2.4 Politieke groepen



Liberalen - socialisten - confessionelen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen waarom rond 1917 een aantal politieke problemen werd opgelost en welke dit waren.

Slide 4 - Diapositive

Wat is het socialisme en hoe is het ontstaan?
A
Het socialisme is een recente politieke ontwikkeling.
B
Het socialisme heeft geen invloed op de maatschappij.
C
Het socialisme is een politieke stroming gericht op individualisme.
D
Het socialisme is een politieke stroming gericht op gelijkheid en solidariteit.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de verschillende politieke stromingen?
A
Er zijn geen verschillende politieke stromingen.
B
De politieke stromingen zijn allemaal hetzelfde.
C
De verschillende politieke stromingen zijn socialisme, liberalisme, conservatisme, en confessionalisme.
D
socialisme, communisme, fascisme, liberalisme

Slide 6 - Quiz

Wat is een volksvertegenwoordiging en hoe is dit in Nederland ontstaan?
A
Een volksvertegenwoordiging vertegenwoordigt de bevolking in de politiek.
B
Een volksvertegenwoordiging vertegenwoordigt alleen de regering.
C
Een volksvertegenwoordiging is een recente politieke ontwikkeling.
D
Een volksvertegenwoordiging heeft geen invloed op de politiek.

Slide 7 - Quiz

Wat is de rol van het feminisme bij het ontstaan van algemeen kiesrecht?
A
Het feminisme had geen invloed op het ontstaan van algemeen kiesrecht.
B
Het feminisme was tegen het ontstaan van algemeen kiesrecht.
C
Het feminisme heeft bijgedragen aan het ontstaan van algemeen kiesrecht.
D
Het feminisme bestond niet rond die tijd.

Slide 8 - Quiz

Leervragen
  • 1. Ik kan beschrijven wat een volksvertegenwoordiging is en hoe dit in Nederland is ontstaan
  • 2. Ik kan de verschillende politieke stromingen noemen en van elkaar onderscheiden
  • 3. Ik kan beschrijven wat het socialisme is en hoe dit is ontstaan
  • 4. Ik kan  de rol van het feminisme bij het ontstaan van algemeen kiesrecht beschrijven

Slide 9 - Diapositive

1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

  • Napoleon verslagen bij Waterloo

  • Vorsten wilde oude orde herstellen

  • Zoon van prins Willem V wordt koning Willem I

Slide 10 - Diapositive

Willem I
  • Regeerde met ministers

  •  De Eerste en Tweede kamer bestonden al

  • Maar hoe regeerde hij echt?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo


Paniek bij de vorsten
in heel Europa! Revolutie 1848




  • Ook in Den Haag...
  • ...koning Willem II wordt van conservatief 'in één nacht' liberaal

Slide 13 - Diapositive

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  • Koning verloor zijn macht moest luisteren naar de eerste en de tweede kamer 

  • volksvertegenwoordiging

Slide 14 - Diapositive

Nieuwe Grondwet 1848
  • Artikel 1
  • Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Stemrecht
  • Stemmen voor de tweede kamer verkiezingen 
  • Wie mochten er stemmen?
  •  Alleen rijke mensen mochten stemmen dat was maar een paar %

Slide 17 - Diapositive

Politieke stromingen
  1. Liberalen
  2. Confessionelen:
    Protestanten & Katholieken
  3. Socialisten

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Aantekeningen: vul leerdoel 2 zelf aan

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Karl Marx

  • 1867 Das Kapital
  • Grondlegger socialisme

  • Visie: Rijken worden rijker, armen worden armer
  • Communisme

Slide 22 - Diapositive

Soclialisten
  • Arme mensen mochten niet stemmen, wie hadden het zwaar?

  • Sociale kwestie en wat doet de  (liberale) overheid?

  • Socialisten willen dit anders:
  1. gelijkheid
  2. stemrecht


Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo


Feminisme



  • Vrouwen (& mannen) die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw

Slide 25 - Diapositive

Eerste feministische golf


  • In Nederland: 1870-1920

  • Doel 1: Kiesrecht voor vrouwen
  • Doel II: Toelating tot universiteiten

Slide 26 - Diapositive

Tegenstanders
  • 'Onfatsoenlijk'

  • 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

  • 'De vrouw is een moeder'

  • 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

Slide 27 - Diapositive

Succes rond 1917

  • Rol vrouw in de Eerste Wereldoorlog

  • Rol van de vrouwen door het recht op onderwijs was verbeterd

Slide 28 - Diapositive

Kiesrecht!

  • 1917 Algemeen mannen kiesrecht

  • 1919: Algemeen Kiesrecht

  • Iedereen kiesrecht vanaf 25 jaar

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Geef aan waarom de arbeiders stemrecht wilden. Kies het meest juiste antwoord
A
Ze wilden zelf in de regering zitten
B
Ze wilden dat rijke mensen naar hun gingen luisteren
C
Ze wilden hun werk en woonomstandigheden verbeterd zien
D
Ze wilden dat de fabriekseigenaren minder winst maakten

Slide 31 - Quiz

Noem de politieke stroming die het opkwam voor de arbeiders
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Socialisten
D
Confessionelen

Slide 32 - Quiz

Welke eis werd niet gesteld om te mogen stemmen in de 19e eeuw?
A
Je moest man zijn
B
Je moest rijk genoeg zijn
C
Je moest oud genoeg zijn
D
Je moest slim genoeg zijn

Slide 33 - Quiz

Leg uit waarom het logisch was dat de socialisten en feministen gingen samenwerken voor écht algemeen kiesrecht.
A
Ze nemen het allebei op voor de arbeiders
B
Ze nemen het allebei op voor de vrouwen
C
Ze willen allebei dat de overheid niet te veel moet regelen.
D
Ze willen allebei gelijkheid

Slide 34 - Quiz

Wie was de eerste koning van Nederland?
A
Napoleon
B
Willem - Alexander
C
Willem I
D
Willem II

Slide 35 - Quiz

Waarom ondertekende koning Willem II een grondwet die er voor zorgde dat hij minder macht kreeg?

Slide 36 - Question ouverte

Leg uit wie na 1848 het land bestuurde.
A
Koning
B
Ministers

Slide 37 - Quiz

Begrippen uit deze les

  • Confesionelen 
  • Liberalen 
  • Socialisten
  • Conservatieven
  • Feministen


Slide 38 - Diapositive

Jaartallen uit deze les

  • 1848: Revolutiejaar
  • 1848: Thorbecke maakt een nieuwe Grondwet
  • 1917: Algemeen mannen kiesrecht
  • 1919: Algemeen kiesrecht 

Slide 39 - Diapositive

Personen uit deze les

  • Koning Willem I
  • Koning Willem II

  • Karl Marx 
  • Thorbecke 

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Vidéo

Aantekeningen

Slide 43 - Diapositive